Oeganda: Aanslagen brengen hulpverlening in gevaar

Burgers en hulpverleners zijn de afgelopen twee weken het slachtoffer geweest van aanslagen in Noord-Oeganda. Deze onveilige situatie heeft ernstige gevolgen voor de hulpverlening aan de bevolking. Artsen Zonder Grenzen vraagt alle partijen in de regio om de bewegingsvrijheid van burgers en veiligheid van hulpverleners te respecteren. Anders komt de hulp aan de bevolking, waar nu al een groot tekort aan is, verder in gevaar.

Bij aanslagen op drie personenwagens in de districten Kitgum en Pader in de afgelopen vijf dagen zijn naar schatting twintig doden en veertien gewonden gevallen. Bij de aanslag in Kitgum waren vier patiënten van Artsen Zonder Grenzen betrokken. De patiënten konden ontsnappen, de chauffeur werd gedood. In de afgelopen weken zijn hulpverleners omgekomen bij eerdere aanslagen.

“De recente golf van moorden op hulpverleners en burgers laat zien hoe onveilig het leven is voor de mensen in Noord-Oeganda. De aanvallen bemoeilijken de hulp aan de honderdduizenden vluchtelingen die maar net weten te overleven”, aldus Arjan Hehenkamp, Operationeel Directeur van AZG.

AZG gaat voorlopig door met haar hulp in Oeganda, maar heeft vanwege de onveilige situatie het aantal doorverwijzingen van ernstige gevallen naar ziekenhuizen beperkt. De organisatie heeft projecten om hoognodige watervoorzieningen aan te leggen in de vluchtelingenkampen in Kitgum tijdelijk stopgezet. Artsen Zonder Grenzen werkt sinds 1982 in Oeganda.

Op dit moment werken 67 buitenlandse medewerkers en 900 Oegandese medewerkers in zes districten. Het werk bestaat onder meer uit medische hulp in twintig vluchtelingenkampen in Noord-Oeganda en het behandelen van mensen met ziekten als malaria, HIV/aids en kala azar. In december 2004 publiceerde Artsen Zonder Grenzen een rapport over de onveilige situatie, “Life in Northern Uganda: all shades of grief and fear” . De oorlog in Noord-Oeganda is al achttien jaar aan de gang.