Sociale media

  • NL
Open the menu

Voedingscentrum Aguié, Niger: Net open, nu al volzet


Op 27 juni opende AZG in Aguié, Niger, haar vijfde therapeutische voedingscentrum, met een capaciteit van 150 ziekenhuisbedden. Twee weken na de opening is het centrum al helemaal volzet. Om de stroom ernstig ondervoede kinderen aan te kunnen, zal het aantal bedden moeten worden verdubbeld.


Dinsdag 12 juli. Voor een tent van het voedingscentrum van Aguié staat een lange rij moeders met hun kinderen. Het is 12 uur, de temperatuur ligt rond de 35 graden. Tientallen moeders staan al uren te wachten. Sommigen hebben een schaduwplekje gevonden tegen een muur, anderen staan pal in de zon. In een hoekje geeft een moeder een groen papje aan haar kind. De gekookte bladeren, anza, zullen zijn honger eventjes stillen, maar voeden doen ze ni

Ondervoede kinderen identificeren

In de toelatingstent van het AZG-voedingscentrum bepalen twee teams welke kinderen ondervoed zijn. Ernesto, de verpleegkundige die het toezicht over het centrum heeft, leidt twee nieuwe voedingsassistenten op. Hij toont hen hoe zij de toestand van de kinderen moeten evalueren aan de hand van een MUAC, een kartonnen gekleurde armband die om hun bovenarm wordt gespannen. Afhankelijk van de kleur die de armband aanwijst, is een kind zwaar of matig ondervoed of normaal gevoed. Vervolgens leert hij de nieuwelingen de verhouding tussen gewicht en lengte te berekenen, om zo de mate van ondervoeding beter te kunnen bepalen.

Vandaag wijst de MUAC-armband vooral “rood” aan, wat op zware ondervoeding wijst. De verhouding gewicht/lengte van deze kinderen is minder dan 70% van wat ze normaal zouden moeten wegen en meten. Deze kinderen worden toegelaten in het voedingscentrum van AZG. Diegenen die er het slechtst aan toe zijn, en naast zware ondervoeding nog een andere pathologie vertonen, moeten worden gehospitaliseerd. Zij die daarentegen niet ziek zijn en eetlust hebben, kunnen naar huis terug en daar door hun moeder met bijzondere voeding worden gevoed. Ze komen vervolgens elke week terug om zich te laten wegen, te controleren of ze niet ziek zijn geworden en hun wekelijkse voedselrantsoen te ontvangen, plus een rantsoen voor hun familie.

Matige ondervoeding: een nog onvolledige hulp

Kinderen die "slechts" matig ondervoed zijn – nog altijd erg, want de verhouding tussen hun gewicht en hun lengte is dan minder dan 80% van wat normaal is – ontvangen voorlopig geen enkele voedselhulp. Hun moeders kijken jaloers naar de anderen die wel met voedsel vertrekken. Sommigen proberen toch iets te krijgen. Het is ondraaglijk om voedselhulp te moeten weigeren aan kinderen die er "niet slecht genoeg" aan toe zijn, want hun situatie zou hierdoor kunnen verslechteren.

Daarom heeft AZG besloten voedseldistributies op te zetten voor 50.000 matig ondervoede kinderen. Deze omvangrijke operatie moet zorgvuldig worden voorbereid. In de tussentijd biedt AZG alvast extra hulp in de vorm van gezondheidszorg voor kinderen die niet zwaar ondervoed, maar wel ziek zijn. Op enkele meters afstand van het voedingscentrum van AZG is het districtsziekenhuis nagenoeg verlaten. De operatieruimte, het laboratorium en de bloedbank functioneren niet. De kraamkliniek en het gezondheidscentrum hebben geen patiënten. In Niger zijn consulten en geneesmiddelen niet gratis en veel zieken hebben gewoon het geld niet om zich te laten verplegen. Maar vandaag zit een Nigerese arts achter een tafel met geneesmiddelen. Deze geneesmiddelen zijn verstrekt door AZG en de arts verpleegt gratis kinderen bij wie in het voedingscentrum een ziekte is vastgesteld.

Grotere capaciteit

Aan het eind van de dag is het tijd om de balans op te maken: 150 kinderen zijn die dag toegelaten tot het programma voor de behandeling van zware ondervoeding in Aguié. Nog diezelfde avond wordt een beslissing genomen: het aantal bedden moet worden verdubbeld. De bestellingen gaan onmiddellijk, tussen acht uur en middernacht, de deur uit. En voor zieke kinderen die niet zwaar ondervoed zijn, is de al geplande installatie van een door AZG beheerde pediatrische eenheid in het districtsziekenhuis meer dan ooit een noodzaak.