Verkrachtingen en extreem geweld tegen de burgerbevolking van Ituri gaan verder

‘Ik was ontzet door de constante toestroom van weerloze slachtoffers in een oorlog die door de buitenwereld is vergeten.’ Tijdens de persconferentie van 3 maart in Genève (Zwitserland) heeft Dr. Rowan Gillies - Internationaal voorzitter van Artsen Zonder Grenzen - zich geschokt geuit over het aanhoudende misbruik en de onverdraaglijke humanitaire situatie voor de burgers van Ituri.

Dr. Rowan Gillies is terug uit Bunia, de hoofdstad van het district Ituri in het noordoosten van de DR Congo. Hij werkte er gedurende een maand als chirurg en behandelde er oorlogsslachtoffers, algemene en gynaecologische noodgevallen.
‘Verkrachtingen en extreem geweld tegen de burgerbevolking gaan onverminderd verder. De situatie is zo ernstig dat we hierdoor niet alle slachtoffers kunnen bereiken’, zei Dr. Gillies. ‘Elke week vragen gemiddeld 40 verkrachte meisjes en vrouwen hulp aan AZG in Bunia. Vele andere kunnen ons niet bereiken.’
De laatste 20 maanden verzorgde AZG in Bunia, de provinciale hoofdstad, 2.567 mensen die waren verkracht (tussen 4 en 80 jaar oud). Hiervan waren 77% het slachtoffer van groepsverkrachtingen.
Het heropflakkeren van het geweld in Ituri, dat vorige vrijdag ook 9 blauwhelmen uit Bangladesh fataal werd, belemmert de humanitaire hulp. Als gevolg van de verslechterende veiligheidsomstandigheden, was AZG zelfs genoodzaakt om op 25 februari haar hulpactiviteiten voor tienduizenden mensen in de regio te staken. Het werk kon slechts worden hervat op 5 maart.
Sinds de dood van de Blauwhelmen, zijn de spanningen en de onveiligheid nog toegenomen en maar weinig ontheemden bereiken de relatief veilige steden Tché, Kakwa en Tchomia, waar AZG enkele programma’s heeft lopen. Kritische gevallen worden doorverwezen naar Bunia, waar AZG een ziekenhuis beheert. Enkele onder hen ontsnapten aan een bloedbad. Anderen werden het slachtoffer van extreem geweld, inclusief verkrachting.