Sociale media

  • NL
Open the menu

Steeds meer vluchtelingen uit Centraal-Afrikaanse Republiek stromen Tsjaad binnen


In de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) drijven hevige gevechten tussen de regeringstroepen van president Ange-Felix Patassé en de milities van rebellenleider Francis Bozize steeds meer mensen op de vlucht. Nu president Patassé steun heeft gekregen van buitenlandse troepen, nemen de gevechten in CAR nog verder toe en worden nog meer mensen de vijandige wildernis rond hun huizen ingedreven.

De gevolgen van deze aanslepende burgeroorlog worden vooral sterk gevoeld in Tsjaad, het noordelijke buurland van CAR, waar duizenden mensen die op de vlucht zijn voor het geweld heen trekken. Sommige vluchtelingen leggen soms wel 300 km te voet af. De instroom van vluchtelingen begon in november 2002 en groeit nu dagelijks aan. Sinds 20 februari steken zo'n 1.500 vluchtelingen per dag de grens over met Tsjaad (een belangrijke stijging ten opzichte van de 50 per dag in de tweede helft van januari). Toch blijft Artsen Zonder Grenzen (AZG), ondanks herhaalde oproepen om hulp, de enige hulporganisatie die op echt op de crisis reageert. Volgens Pierre-Boulet Desbareau, noodhulpcoördinator van AZG ter plaatse, "lijkt de gezondheidstoestand van de nieuwkomers elke dag slechter te worden; ze hebben zeer veel te lijden tijdens hun gevaarlijke vlucht."
De komst van de vluchtelingen levert vooral veel problemen op in de dorpen langs de grens met CAR. Het dorp Komba, dat ook vóór de crisis al moeite had om aan de basisbehoeften van zijn bevolking tegemoet te komen, zag zijn inwonersaantal plots van 360 naar bijna 4.000 stijgen. Het totale aantal vluchtelingen wordt geraamd op 25.000, maar in veel gebieden bestaat geen effectief registratiesysteem.
In Tsjaad heeft AZG transitkampen voor de vluchtelingen gebouwd in Goré (met een capaciteit van 1.000 mensen) en in Danamadji (1.600 personen), twee dorpen langs de grens met CAR. Beide kampen zijn echter nu reeds helemaal volgelopen. UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de VN, heeft beloofd haar operaties in het gebied op te voeren, maar het AZG-team ter plekke vreest dat als er niet heel snel wordt gereageerd, de almaar wanhopiger situatie zal uitgroeien tot een ramp.
"De situatie is complex", legt Pierre Boulet-Desbareau, uit: "De vluchtelingen komen aan met niets, slapen op straat, hebben niets te eten en zijn bang. Bovendien kunnen de vele etnische groepen en godsdiensten die onder de vluchtelingen zijn vertegenwoordigd, een gevaarlijk kruitvat vormen als de instroom niet doeltreffend wordt aangepakt."
Momenteel levert AZG in Tsjaad medische ondersteuning aan de dorpen die de meeste vluchtelingen moeten opvangen: de organisatie verstevigt de nagenoeg onbestaande gezondheidsstructuren en heeft tot nog toe 20.000 liter water per vrachtwagen aangevoerd.