Pakistan: overlevenden van overstromingen bouwen opnieuw leven op

In de uitgestrekte, braakliggende velden van het dorp Raziq Binu, in de provincie Sindh, staan stoffige, dunne tentjes en schuilplaatsen gemaakt van takken, zover het oog reikt.

Naast die noodwoningen spelen kinderen met stukken hout en afval. Weldra begint de winter en dat betekent dat de temperaturen ’s nachts zullen zakken tot vijf graden Celsius. Maar de lachende, met stof bedekte gezichten van deze kinderen leiden de aandacht af van hun blote voeten en het gebrek aan warme kleren.
Zes maanden geleden werd het dorp Raziq Binu, op drie uur rijden ten noorden van Karachi, verwoest door overstromingen die huizen, gewassen, dieren en alle bestaansmiddelen wegvaagde.

Weggespoeld huis

Asma Mahreen, haar man en hun zes kinderen zwierven vijf maanden lang tussen verschillende kampen in de provincies Sindh en Beloetsjistan, maar konden uiteindelijk terugkeren naar hun dorp.
“Zoals bij de meeste mensen in ons dorp is ons huis gewoon weggespoeld. We hebben niets teruggevonden bij onze terugkeer”, zegt ze, terwijl ze het middageten bereidt in een krap, geïmproviseerd onderkomen, op slechts enkele passen van waar het gezin zijn vee houdt.
“We hebben dit hok pas vorige week gebouwd met het materiaal dat we in het bos konden vinden. Maar de laatste tijd wordt het erg koud, en vooral onze kinderen hebben het moeilijk”, zegt Asma nog.

Race tegen de tijd

Dit gezin is slechts één van de vele in Sindh, van wie het huis gewoon werd weggespoeld toen Pakistan in juli 2010 door de overstroming werd getroffen. Nu het steeds kouder wordt, is het voor de teams van Artsen Zonder Grenzen een race tegen de tijd om maar liefst 2.000 voorlopige onderkomens te voorzien voor mensen in en rond de districten Jamshoro en Johi.
“Mijn kinderen klagen al een hele tijd over de kou, maar we kunnen gewoon niets doen. We kunnen nergens anders heen en we hebben niets om de kou te verhelpen. Als ouders doet het pijn dat we machteloos staan, het is vreselijk te moeten toekijken hoe onze kinderen lijden en dat we hen niet kunnen geven wat ze nodig hebben”, aldus Musdaq Ali, Asma’s man, die wacht op een onderdakset van Artsen Zonder Grenzen.

Onderdak voor een jaar

Elke set bevat een geraamte van bamboe, plastic zeilen, matten voor de muren en het plafond, en isolatiemateriaal. Het voorlopige onderkomen werd ontworpen om een jaar mee te gaan. Op die manier hebben de overlevenden van de overstromingen hopelijk genoeg tijd om hun leven terug op te bouwen, nadat hun huizen en bestaansmiddelen werden verwoest.
De teams van Artsen Zonder Grenzen delen de sets niet alleen uit, ze tonen ook aan de dorpelingen hoe ze hun voorlopige onderkomen kunnen bouwen. Het is immers belangrijk voor de veiligheid van de gezinnen en de duurzaamheid van het onderdak dat het fatsoenlijk gebouwd wordt.  

Niet hopeloos

De 45-jarige Saleem Bushk is ook aanwezig op de demonstratie. Hij heeft net de laatste tak vastgebonden op het dak van een van de verticale bamboestokken die als muur dienen.
Ook hij doet zijn verhaal: “Zelfs vóór de overstromingen, toen ik af en toe als arbeider werkte, kon ik mijn vrouw en onze acht kinderen amper onderhouden. Nu, zonder job en nauwelijks iets om te eten, denk ik enkel nog aan een manier om ervoor te zorgen dat mijn gezin niet verhongert en dat ze een thuis hebben”.
De situatie is echter niet volledig hopeloos: zes maanden na de overstromingen beginnen de gewassen weer te ontspruiten, maar de weg naar herstel voor de overlevenden van de overstromingen blijft er een vol uitdagingen.

Warm en veilig

“Zes maanden na de overstroming zijn er nog te veel mensen die niets hebben, zelfs geen eten of een manier om geld te verdienen. Het goede nieuws is dat we momenteel zorgen voor een dak boven hun hoofd, een plek die ze de hunne kunnen noemen en waar hun gezin veilig is”, aldus Kamran Khan, een lid van het onderdakteam van Artsen Zonder Grenzen.
Terwijl hij de voorraadkit op zijn kar laadt, glimlacht Musdaq Ali en zegt: “Nu kan ik een huis bouwen voor ons gezin. Ik heb onze buren om hulp gevraagd, en insjallah, binnen een paar dagen zal het klaar zijn en zullen mijn kinderen het ’s nachts warm hebben en veilig zijn.”
Sinds het begin van de overstromingen in Pakistan heeft Artsen Zonder Grenzen al 68.903 kits met hulpgoederen en meer dan 17.000 tenten uitgedeeld. Bovendien voerde de organisatie 96.656 medische consultaties uit, onderzocht ze meer dan 43.000 kinderen en zwangere en zogende vrouwen, behandelde ze meer dan 5000 ondervoede kinderen. Ten slotte heeft Artsen Zonder Grenzen per dag al 7,6 miljoen liter drinkbaar water verdeeld, 843 latrines, 280 douchegelegenheden en 130 handwaspunten, en meer dan 1000 voorlopige onderkomens gebouwd.