Ontoereikende hulp en escalerend geweld in Zuid-Soedan
Het afgelopen jaar was het meest gewelddadige jaar in Zuid-Soedan sinds de ondertekening van het vredesakkoord in 2005. Maar de respons op deze escalerende noodsituatie is ontoereikend.
In een nieuw rapport roept Artsen Zonder Grenzen overheden, internationale donoren en hulporganisaties op om de crisis volledig te erkennen, en ervoor te zorgen dat de onmiddellijke humanitaire noden van de mensen dringend worden gelenigd
“Het geweld neemt toe, de ene ramp volgt op de andere. En toch worden de onmiddellijke noden niet geledigd,” zegt Stephan Goetghebuer, Operationeel Directeur van Artsen Zonder Grenzen.
“Het is van cruciaal belang dat er beter wordt ingespeeld op deze escalerende noodsituatie. Anders zullen ziekenhuizen zonder levensreddende medicijnen komen zitten, zullen patiënten met schotwonden pas dagen na de gevechten medische hulp kunnen krijgen, en zullen vele anderen helemaal géén hulp krijgen.”
Toenemend geweld
Het afgelopen jaar heeft Artsen Zonder Grenzen een verslechterende veiligheidssituatie gezien in Zuid-Soedan, gaande van de de aanvallen van de Oegandese rebellengroep het Verzetsleger van de Heer (LRA) in de Evenaarsstaten tot de de zogenaamde ‘stammentwisten’ in Boven-Nijl, Jonglei, Meerstaat en de Centrale Evenaarstaat.
De gewelddadige gevechten in de staten Jonglei en Boven-Nijl, waar Artsen Zonder Grenzen op reageerde, suggereren een ernstigere trend dan de traditionele ‘veediefstallen’. Dorpen werden aangevallen, en vrouwen en kinderen waren het vaakst slachtoffers.
Bij deze aanvallen werden drie keer meer mensen gedood dan verwond, en 87 percent van de gewonden verzorgd door Artsen Zonder Grenzen had schotwonden. Artsen Zonder Grenzen voerde 1426 operaties uit in de eerste tien maanden van 2009 in die twee staten alleen al. Dat is meer dan de 1271 operaties in zes staten in 2008.
Meer zieken en gewonden
“De intensiteit van het geweld dit jaar heeft ernstige gevolgen,” zegt Shelagh Woods, coördinator voor Artsen Zonder Grenzen. “We behandelen gewonde vrouwen die hun hele familie verloren, kinderen waarvan de benen kapotgeschoten zijn, mensen die moesten vluchten zonder dode geliefden te kunnen begraven. De mensen voelen zich niet veilig en vrezen voortdurend aangevallen te worden.”
Het geweld heeft 250.000 mensen ontheemd. Zij leven in moeilijke omstandigheden op plaatsen waar ziektes floreren en ondervoeding een groot risico is. In de eerste tien maanden van 2009 nam Artsen Zonder Grenzen 11.129 patiënten met ernstige ondervoeding op in haar gezondheidsposten. In heel 2008 waren dat er 6.139.
Het stijgende geweld verergert de toch al precaire medische situatie in Zuid-Soedan. 75 procent van de bevolking heeft geen toegang tot de meest elementaire gezondheidszorg en er is voortdurend gevaar voor grootschalige uitbraken van ziektes. Artsen Zonder Grenzen behandelde 175 patiënten tijdens de eerste zes weken van een uitbraak van kala-azar – een parasitaire ziekte die dodelijk is als ze niet behandeld wordt. In heel 2008 waren dat maar 127 patiënten.
Onaangepaste internationale reactie
Maar de focus van internationale donoren op de lange termijn is helemaal uit verhouding met de directe humanitaire hulp.
“Wanneer maar een handvol organisaties hulp voor deze noodsituatie organiseert, moet de alarmbel geluid worden. Ontwikkelingshulp alleen volstaat niet voor Zuid-Soedan. Noodhulp en humanitaire actie moeten prioriteiten zijn”, zegt Stephan Goetghebuer.