Sociale media

  • NL
Open the menu

Mobiele gezondheidszorg voor alle partijen


In hartje India hebben confrontaties tussen Naxalieten, of de plaatselijke Maoïsten, en de Indiase regering, tienduizenden mensen op de vlucht gejaagd. Het conflict laaide op in 2005, in grote delen van de staat Chhattisgargh. Duizenden mensen verschuilen zich in de dichte bossen in het zuiden van Chhattisgargh, die onder controle staan van de Naxalieten. Anderen zoeken hun toevlucht tot nederzettingen voor ontheemden rond de dorpen langs de grens. Deze mensen leven in angst en ontbering, en hebben nauwelijks toegang tot gezondheidszorg. AZG is een van de weinige humanitaire organisaties die hen ondersteunt en streeft naar medische bijstand voor alle partijen in het conflict.

‘s Ochtends vroeg rijdt een 4x4 van AZG langs de hobbelige weg naar Injaram, een van de 23 ontheemdenkampen die verspreid liggen in Chhattisgargh. Het team runt een wekelijks therapeutisch voedingsprogramma voor ondervoede kinderen in drie kampen en biedt basisgezondheidszorg aan hun familie.

De rit langs de rivier de Chabari biedt een vredige blik op het Indiase platteland: enorme landschappen met mangobomen langs de weg en heuvels in de verte. Vrouwen buigen zich over de rijstvelden, terwijl jongens koeien, geiten en buffels hoeden. Enkele kilometer verderop eist een guerrillaoorlog vele mensenlevens en jaagt tienduizenden anderen op de vlucht. Het geweld breidt zich ook uit naar enkele buurstaten, waaronder Andhra Pradesh.

De Adivasis, een van de laagste kastes in India, zijn het grootste slachtoffer van dit conflict dat grotendeels genegeerd wordt door de rest van het land. De Koya en Gothy Koya, die het gebied bewonen, leidden tot voor kort een afgezonderd en traditioneel leven. Ze waren afgesneden van de moderne wereld en leefden op het ritme van oogsten en feesten. De oorlog heeft hen echter van hun land verjaagd en hen zelfs tegen elkaar opgezet. Terwijl de regering probeert de dorpelingen naar de kampen te krijgen, besloten duizenden te vluchten en zich te verschuilen in het bos.

Op zoek naar een evenwicht


AZG streeft ernaar medische bijstand te verlenen aan alle mensen die getroffen worden door het conflict. Een van de grootste uitdagingen is ervoor te zorgen dat alle partijen dit goed begrijpen. “In deze context is het van cruciaal belang onze neutraliteit en onpartijdigheid uit te leggen, zowel voor onze veiligheid als ons werk,” zegt terreincoördinator Robert Rowies. “Iedereen moet accepteren dat we geen kant kiezen in dit conflict. We bieden gezondheidszorg aan alle slachtoffers, aan welke zijde ze ook staan. Daarom moeten we ongehinderd toegang krijgen tot iedereen die is getroffen.” AZG beheert ondervoedingsprogramma’s in de kampen en mobiele klinieken voor mensen die naar het bos zijn gevlucht.

Wanneer de wagen de kampen nadert, zijn er steeds meer militairen. De voorbije maanden is het aantal aanvallen rond de kampen toegenomen. Langs de weg zien we groepen vrouwen en mannen bezig met wegenwerken. Anderen laden hout in vrachtwagens onder escorte van gewapende mannen in zwarte kledij en legeruitrusting. Even verderop bewaken jonge mannen in burger de toegang van de kampen, hun Enfield-geweren uit de jaren 1940 hangen over de schouders. Het zijn de Salwa Judum, jonge mensen die worden opgeleid en bewapend door de regering.


Voedselhulp in de kampen


Met zijn rode bakstenen daken en 3000 bewoners, ziet Injaram er eerder uit als een dorp in opbouw dan als een ontheemdenkamp. AZG beheert hier sinds november 2006 een therapeutisch voedingscentrum. De kinderen in het programma komen elke week langs om zich te laten wegen of voor consultaties voor basisgezondheidsproblemen. De therapeutische voeding op basis van pinda’s, die wordt gebruikt in de programma’s, geeft soms problemen. “Wanneer de kinderen diarree krijgen, zijn de ouders geneigd ermee te stoppen. Ze vertrekken vaak ’s morgens naar de wegenwerken rond de kampen en laten hun kinderen alleen thuis,” legt gezondheidspromotor Parvez Pasha uit. Hij bezoekt elke week de families om ervoor te zorgen dat de therapeutische voeding goed wordt gebruikt.

Met haar aanwezigheid in de kampen, wil AZG duidelijk maken dat de bewoners van de kampen ook slachtoffers zijn. Ze hebben hun huis verloren, hun leven is totaal veranderd. Muttamma is een van de vrouwen die haar kind naar de kliniek bracht. Na een reeks aanvallen op haar dorp, moest ze alles achterlaten. Net als de meeste ontheemden, verlangt ze naar haar vroegere leven en wil ze graag terugkeren naar haar dorp. “We waren gelukkig in ons dorp. We verkochten onze oogst, vierden feest en waren vrij,” zegt ze. “Hier is geen vrijheid, we zitten hier nutteloos te wachten. Ik ben bang om het bos in te gaan, het is er te gevaarlijk. Wanneer ik hout ga halen, zullen de Naxalieten denken dat ik bij de politie ben omdat ik in het kamp woon. De politie zal denken dat ik contact heb met de Naxalieten,” vertelt ze. “Onze kinderen worden vermoord, hier is geen sprake van geluk.”


Een kliniek onder een boom


Mensen die niet in de kampen willen wonen, zijn gevlucht naar de dichte bossen van Chhattisgargh of naar dorpen in Andhra Pradesh, waar de Naxalieten sterk vertegenwoordigd zijn. Je ziet veel rode vlaggen in dit gebied. AZG passeert elke week met een mobiele kliniek in wat ‘een grijze zone’ wordt genoemd, een zone die om veiligheidsredenen buiten bereik van de politie ligt. Het was een hele uitdaging om basisgezondheidszorg te bieden aan dit deel van de bevolking.

“Het moeilijkste was om de mensen te vinden die zich verschuilen en medische hulp nodig hebben. We hadden lange tijd het gevoel dat we geesten najoegen,” vertelt Robert Rowies. “De mensen zijn erg bang. In het begin toen onze mobiele kliniek hen bezocht, vluchtten ze weg. Het was moeilijk om hun vertrouwen te winnen, maar het team zag verbetering en werkte hard om zijn activiteiten bekend te maken.”

AZG ging op zoek naar een manier om de meest getroffen bevolking te bereiken en stelt nu wekelijks een kliniek op aan een grensovergang, net in Andhra Pardesh, in Mallempeta, waar stamleden uit Chhattisgargh hun oogst verhandelen in de nabijgelegen dorpen. De Adivasis stoppen onderweg naar de markt voor een medisch onderzoek. Sommige brengen hun kinderen naar het voedselprogramma.

Terwijl de AZG-medewerkers de babyweegschalen ophangen in een mangoboom, beginnen de silhouetten uit het bos te komen. Mannen die zo mager zijn dat ze wankelen onder het gewicht van enkele zakken aan een stok over hun schouders. Vrouwen die manden met fruit en zaden op hun hoofd dragen. Sommige komen uit het bos gefietst. Ze zetten hun fiets tegen een boom, gaan bij elkaar op een tapijt zitten en wachten geduldig tot ze aan de beurt zijn.


40 km te voet voor een consultatie


Het wachten kan lang duren. De AZG-artsen zien dagelijks gemiddeld 50 tot 60 patiënten. De meeste komen voor huiduitslag, schurft, malaria en ondervoeding. “Vanochtend zag ik een kind dat bijna invalide was. Zijn schurft was zo ernstig dat hij zijn handen amper kon gebruiken,” vertelt AZG-dokter Jorund Aswall, die aan het hoofd staat van het team.

Een kleine tent zorgt voor een beetje privacy voor de patiënten tijdens de consultaties. Achter het plastic zeil praten ze over hun gezondheidsproblemen, hun levensomstandigheden, hun platgebrande dorpen, en over de mensen die niet fit genoeg zijn voor de tocht van 30 tot 40 kilometer door het bos voor een consultatie.

Momenteel kan AZG werken in de kampen, alsook langs de grens met Andhra Pradesh en in andere delen van Chhattisgargh. “Ons werk langs de grens geeft aan dat er meer nood is aan medische bijstand dieper in het bos waar meer mensen zich verschuilen,” zegt Robert Rowies. “We hopen snel toegang te hebben tot iedereen die getroffen wordt door dit conflict.”