Sociale media

  • NL
Open the menu

Interview: "Haïtianen voelen zich in de steek gelaten"


Colette Gadenne was coördinator van de hulpverlening van Artsen Zonder Grenzen in Haïti. Christopher Stokes is algemeen directeur van Artsen Zonder Grenzen in Brussel. Ze zijn allebei net terug uit Haïti. Bijna twee maanden na de aardbeving klagen zij de “ontoereikende hulpverlening” aan.

Christopher Stokes: “Ondanks de enorme internationale mobilisatie, het vele geld dat overal te wereld werd ingezameld en de honderden hulporganisaties die in Haïti neerstreken, stellen we vandaag vast dat de hulpverlening ontoereikend is. Er al veel en goed werk geleverd, vooral wat betreft medische hulp en noodhulp. Maar voor veel Haïtianen is de wereldwijde solidariteit twee maanden later nog steeds niet vertaald in concrete hulp.”
Colette Gadenne: “In Port-au-Prince en ook buiten de stad heb ik veel plaatsen gezien waar dakloos geworden Haïtianen zich verzameld hadden. Op een twintigtal van die plaatsen hadden de mensen effectief hulp gekregen, zoals tenten, zeilen, latrines, water en voedsel. Maar enerzijds was die hulp onvolledig, en anderzijds waren er nog tientallen andere plaatsen waar zelfs de meest elementaire hulp ontbrak. Duizenden Haïtianen hebben nog niets van hulp gezien.”

Hoe zou u de levensomstandigheden omschrijven?

CG: “Die zijn schokkend. Op sommige plaatsen leven de mensen zo dicht op mekaar dat ze letterlijk op mekaar zitten. Ik zag mensen op de naakte grond slapen, met als enige beschutting een stuk laken over hun hoofd. Dat is onaanvaardbaar, zeker nu het bijna elke dag hard regent. De stank is niet te harden, want meestal zijn er geen latrines. Het gebrek aan onderdak en sanitaire voorzieningen is een gevaar voor de gezondheid én een aanslag op de waardigheid van de Haïtianen.”
CS: “De nood aan onderdak, aan sanitaire voorzieningen en aan hygiëne is enorm. Daarom is Artsen Zonder Grenzen begonnen met de verdeling van 26.000 tenten, die ongeveer 100.000 mensen onderdak moeten bieden. We verdelen ook kookgerei, hygiënekits met onder meer zeep en handdoeken, en muskietennetten. Maar die verdelingen volstaan niet. Hulporganisaties mogen geen tijd meer verliezen en moeten opschieten.”
CG: “Artsen Zonder Grenzen heeft zich meteen geconcentreerd op de meest dringende medische noden. De eerste dagen moesten we levens redden, vaak met spoedchirurgie. Vandaag zijn er meer dan 41.000 patiënten verzorgd, waarvan er meer dan 3.300 een operatie ondergingen. Daarna organiseerden we mentale gezondheidszorg, postoperatieve zorgen en kinesitherapie. En daar komt nu de massale verdeling van tenten en andere hulpgoederen bij.”

Wat denken de Haïtianen zelf van de situatie?

CG: “De mensen zijn nog steeds in shock na de afschuwelijke aardbeving. Er zijn nog regelmatig naschokken. Veel mensen zijn hun huis kwijt en wie nog een dak boven zijn hoofd heeft, durft er vaak ‘s nachts niet slapen. De mensen zijn ook bang van het geweld en de plunderingen. Maar bovenal vertelden veel Haïtianen me dat ze zich in de steek gelaten voelen. Niemand vertelt hen wat er gaat gebeuren of welke hulp ze zullen krijgen.”

Is er genoeg medische hulp aanwezig?

CS: “De meeste zwaargewonden die spoedchirurgie ondergingen vlak na de aardbeving moeten nog lange tijd medische opgevolgd worden. Dat kan tot een jaar duren. Ze moeten soms opnieuw geopereerd worden, ze moeten revalideren en wie een amputatie onderging, moet leren omgaan met een prothese.”
“Het Haïtiaanse systeem van gezondheidszorg, dat voor de aardbeving al erg kwetsbaar was, kan dat niveau van verzorging niet bieden. Veel ziekenhuizen zijn vernield of zwaar beschadigd. Sommigen doen patiënten al opnieuw betalen voor een behandeling. Daarnaast zijn een aantal medische organisaties aan het vertrekken uit Haïti. Verschillende van hen hebben Artsen Zonder Grenzen gevraagd om hun patiënten over te nemen.”
“Behalve dat het moeilijk is om in te schatten hoeveel duizenden patiënten nog postoperatieve zorgen nodig hebben, kan het gebrek aan capaciteit om hen op te vangen snel een enorm probleem worden. Artsen Zonder Grenzen heeft haar capaciteit voor postoperatieve zorgen uitgebreid in Port-au-Prince, Léogâne en Jacmel, en blijft verder uitbreiden. Maar dat zal niet volstaan om alle patiënten op te vangen. Medische organisaties moeten hun verantwoordelijkheid opnemen en hun patiënten blijven verzorgen zolang als dat nodig is.”
CG: “Het probleem van medische opvolging wordt nog versterk door het gebrek aan onderdak en de slechte levensomstandigheden. Dat hangt samen. Ik zag mensen met zware verwondingen die in onmenselijke omstandigheden woonden."
"Een man van 26, bijvoorbeeld, was geopereerd en had een externe fixator had gekregen. Dat is een metalen structuur die in het bot wordt gezet om een breuk te helpen genezen, maar door de huid naar buiten steekt. Hij moest dringend opgenomen worden in een ziekenhuis, maar hij leefde in een tentje in de modder. Dat vergroot het risico op infecties natuurlijk. In de wijk Sarthe hebben we daarom een ‘medisch dorp’ opgezet om patiënten en hun familie in fatsoenlijke omstandigheden te kunnen opvangen.”

Is het moment van de wederopbouw aangebroken?

CS: “Dit is een scharniermoment. De eerste fase van acute noodhulp is voorbij. De internationale gemeenschap praat nu over de wederopbouw, en dat is belangrijk. Maar het zal nog maanden of zelfs jaren duren eer dat concrete resultaten oplevert. Ter plaatse blijft het intussen een noodsituatie.”
“De onaanvaardbare situatie waarin tienduizenden Haïtianen nu leven maakt internationale hulp op de korte termijn noodzakelijk. De behoefte aan onderdak en betere levensomstandigheden is overduidelijk. Er bestaat een plan om een miljoen mensen onderdak te geven, maar dat dreigt veel tijd te zullen kosten en op dit moment is er niets concreets. Er is nood aan concrete hulp: er moet voor onderdak gezorgd worden, de hygiëne moet verbeterd worden, er moet een duidelijke engagement voor gezondheidszorg zorgen. De Haïtianen mogen niet aan hun lot overgelaten worden tijdens deze scharnierperiode.”
CG: “Een tiental dagen geleden vroeg een Haïtiaanse collega me huilend: “Waar moet het naartoe met dit land? Er zijn zoveel gewonden, zoveel geamputeerden.” Ik besefte dat we de Haïtianen nog lang zullen moeten bijstaan. Om patiënten weer te leren lopen, om hen te helpen om alles weer op te bouwen, zowel fysiek als psychologisch.”