Sociale media

  • NL
Open the menu

Internationale respons tegen ebola-epidemie dreigt opnieuw te falen


De internationale hulp tegen de ebola-epidemie in West-Afrika is traag en onsamenhangend. Het praktische werk wordt overgelaten aan hulporganisaties, lokale hulpverleners en de overheden van de getroffen landen. Artsen Zonder Grenzen waarschuwt dat de internationale gemeenschap opnieuw dreigt te falen met een respons die traag op gang kwam en zich inmiddels slecht aanpast aan de situatie ter plaatse.

© Fabio Basone/MSF
© Fabio Basone/MSF

Drie maanden geleden riep Artsen Zonder Grenzen landen op om teams voor biologischerampenbestrijding in te zetten in Guinee, Sierra Leone en Liberia. De getroffen landen, die voorop lopen in de strijd met de middelen die ze tot hun beschikking hebben, hebben sindsdien inderdaad wat hulp gehad van de internationale gemeenschap. Maar buitenlandse overheden richten zich vooral op het financieren of bouwen van ebolacentra, en laten de bemanning ervan over aan lokale autoriteiten en gezondheidswerkers en hulporganisaties. Deze hebben niet de expertise om een ebolacentrum veilig te runnen.

“Het opleiden van hulporganisaties en lokale gezondheidswerkers kost weken,” zegt Dr. Joanne Liu, internationaal voorzitter van Artsen Zonder Grenzen. “Wij en andere organisaties organiseren opleidingen, maar het blijft een knelpunt en zorgt voor enorme vertragingen in de respons. Het is vreselijk teleurstellend dat landen met teams voor biologischerampenbestrijding deze niet inzetten in West-Afrika. Hoe kan de internationale gemeenschap het bestrijden van ebola – een internationale bedreiging – overlaten aan artsen, verpleegkundigen en liefdadigheidswerkers?”

In de getroffen regio is er nog steeds een tekort aan voorzieningen om patiënten af te zonderen en te diagnosticeren. Zo is er in afgelegen gebieden in Liberia, waar nog steeds actieve besmettingsketens zijn, geen transport om bloedtesten te vervoeren. In Sierra Leone krijgen talloze mensen die de ebola-alarmlijn bellen het advies om mogelijk besmette mensen thuis te isoleren.

Ook andere essentiële onderdelen van de epidemiebestrijding schieten tekort, zoals voorlichtingsacties, veilige begrafenissen, het opvolgen van contacten, en epidemiologische monitoring. In Guinee, bijvoorbeeld, blijven acht maanden na de start van de hulpoperatie voorlichting en bewustwordingsacties achter. Enkele internationale organisaties blijken niet in staat zich snel aan te passen aan de steeds veranderende situatie en zich te richten op de activiteiten die het hardst nodig zijn.

“Het bestrijden van een ebola-epidemie gaat verder dan het afzonderen en verzorgen van patiënten,” zegt Dr. Liu. “Als er ergens nieuwe besmette mensen opduiken, moet het hele pakket aan activiteiten ingezet worden. Iedereen die betrokken is bij het bestrijden van de epidemie, moet zijn hulp flexibel kunnen inzetten, zodat deze dáár kan worden gebruikt waar zij het hardste nodig is. De uitbraak heeft al duizenden mensen het leven gekost en er zijn nog steeds mensen die op een verschrikkelijke manier sterven. We moeten nu doorpakken en voorkomen dat de hulp opnieuw faalt.”

Medische teams van Artsen Zonder Grenzen strijden al sinds maart tegen de ebola-epidemie en zijn momenteel actief in Guinee, Liberia, Sierra Leone en Mali. Artsen Zonder Grenzen heeft zes ebolacentra met in totaal 600 bedden. Sinds maart zijn daar ruim 6.400 mensen opgenomen, waarvan ongeveer 4.000 mensen positief testten voor ebola. 1.700 mensen zijn genezen. Momenteel strijden 270 internationale en 3.100 lokale medewerkers van Artsen Zonder Grenzen tegen ebola in West-Afrika.