Sociale media

  • NL
Open the menu

Het grootste vluchtelingenkamp ter wereld, barst uit zijn voegen


30.000 mensen hebben hun toevlucht gezocht in het noordoosten van Kenia, in de woestijn,  rond de vluchtelingenkampen van Dabaab. Somalische vluchtelingen wonen er in geïmproviseerde hutten onder een brandende zon.

Sinds 2009 is Artsen Zonder Grenzen de enige organisatie die hulp biedt in het k
© Nenna Arnold/AZG. Kenia, 2010

Het kan hier warmer dan vijftig graden worden. De mensen wonen in geïmproviseerde hutten: struiken worden gebogen en samengebonden tot een soort koepel, en dan bedekt met karton, plastic en lappen stof, met alles wat beschermingkanbieden tegen de hitte en het stof.

Wanneer de vluchtelingen – voornamelijk kinderen en vrouwen – er aankomen, bezitten ze niets: geen geld, geen voedsel, geen water, geen onderdak. Het duurt ongeveer twaalf dagen voor nieuwelingen hun eerste voedsel krijgen van de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de VN.

Een kamp zo groot als een stad

Samen worden de drie kampen van Dadaab(Dagahaley, Hagadera et Ifo) beschouwd als het grootste vluchtelingenkamp ter wereld. Ze werden twintig jaar geleden gebouwd om 90.000 vluchtelingen van de oorlog in Somalië op te vangen. Die oorlog woedt nog steeds en er blijven mensen toestromen. 350.000 mensen hebben zich rond de kampen gevestigd.

In 2011 werden al 44.000 nieuwe vluchtelingen geregistreerd. Tegen het einde van het jaar zullen de kampen 450.000 vluchtelingen tellen. Een vierde kamp, met de capaciteit van 40.000 personen, blijft onvoltooid en leeg. Het UNHCR en de Keniaanse regering hebben de onderhandelingen gestaakt.

“Wij bezitten alleen wat we we bij ons dragen”

Mahmoed is aangekomen met zijn vrouwen, zijn vijf kinderen en zijn moeder. Ze leven allemaal bij zijn zus. “Ik kwam hier aan na een reis van negen dagen. Wij bezitten alleen wat we bij ons dragen. In Somalië waren we boeren, maar al het vee is gestorven door de droogte. In ons dorp werd niet gevochten, maar gewapende mannen eisten belastingen van ons. Ik kon niet betalen, dus ik besloot te vluchten. Ik beefde bij het idee dat we onderweg aangehouden zouden worden en de grens niet zouden bereiken.”

Het grensgebied is een gevaarlijke zone, zonder wettelijke bescherming. Veel vluchtelingen worden er slachtoffer van geweld en afpersing. Ze zijn gemakkelijke slachtoffers.

Humanitaire noodsituatie

De nieuwe vluchtelingen komen toe in erg slechte gezondheid. Het sanitair systeem in Somalië is bijna volledig ingestort. De meeste inwoners leven er jaren zonder enige medische hulp. De huidige droogte maakte de situatie nog moeilijker. Met een stijgend aantal mensen in het kamp, stijgt de druk op de gezondheidsvoorzieningen in het kamp.

“Er zijn nog meer vluchtelingen op komst,” vertelt Nenna Arnold, een verpleegster van Artsen Zonder Grenzen. “Het kamp barst al uit zijn voegen en er blijven maar mensen bijkomen. Het is een humanitaire noodsituatie.”

Nenna Arnold volgt de medische noden op van wie pas aangekomen is. Ze ondersteunt 78 mensen, allemaal Somaliërs, die in de gemeesnchap werken. Elke dag zoeken zij en haar team Somaliërs in en rond de kampen die medische hulp nodig hebben. Vaak zijn het kinderen die aan ondervoeding lijden en medische verwikkelingen hebben. Artsen Zonder Grenzen beheert een ziekenhuis en vijf gezondheidscentra in Dadaab, waar de vluchtelingen gratis verzorging kunnen krijgen.

Stijgende medische noden

Maar de noden stijgen zo snel dat Artsen Zonder Grenzen haar activiteiten nog heeft moeten uitbreiden. In de gezondheidscentra zien we vooral infecties van de luchtwegen, diarree, tuberculose en ondervoeding. Maar het aantal patiënten met complicaties stijgt snel. Veertig procent van de kinderen die in het kamp aankomen zijn nooit gevaccineerd. Samen met de ondervoeding en moeilijke levensomstandigheden vormt dat een ernstige bedreigen voor de gezondheid. Artsen Zonder Grenzen heeft daarom ook vaccinatiecampagnes opgezet.

Ook in het ziekenhuis stijgt de druk. Een team van internationale, Keniaanse en Somalische medewerkers werkt er dag en nacht. Het is het enige ziekenhuis voor 110.000 vluchtelingen, dat ook de meerderheid van de nieuwe vluchtelingen opvangt. “We hadden tot voor kort een bezettingsgraad van tachtig procent, maar die schommelt nu al tussen de negentig en honderdentien procent”, legt Gedi Abdi Mohammed, directeur van het ziekenhuis uit.

De voorbije maanden hebben de team van Artsen Zonder Grenzen meer dan 11.000 raadplegingen gedaan. Op de kraamafdeling is het aantal geboortes verdubbeld. De afdeling voor ondervoede kinderen is overbevolkt, er zijn twee tenten bijgezet.

Artsen Zonder Grenzen werkt al 14 jaar in Dadaab. Sinds 2009 zijn we de enige organisatei die medische hulp biedt in het kamp van Dagahaley, waar 113.000 mensen wonen.