Grote tekorten aan geneesmiddelen en medisch personeel in Irak

Het geweld in het noorden en westen van Irak is sterk toegenomen sinds eind 2013. De burgerbevolking zit gevangen in het kruisvuur van het Iraakse leger enerzijds en gewapende oppositiegroepen anderzijds. Een half miljoen mensen is de voorbije weken de tweede stad van Irak, Mosul, ontvlucht, nadat ze onder controle van een oppositiegroep kwam.

Het geweld in de provincie Anbar, en in de stad Mosul in de provincie Nineve, heeft dramatische gevolgen voor honderdduizenden Iraki’s. Het gaat om het ergste geweld sinds 2008. Meer dan 400.000 mensen zouden de voorbije maanden Anbar ontvlucht zijn. Nog eens 500.000 mensen zijn gevlucht uit Mosul toen de stad werd ingenomen op 12 juni, naar het oosten van Nineve en naar de Koerdische gebieden. Al die mensen hebben hulp nodig. En intussen blijft het geweld aanhouden.

De humanitaire situatie is bijzonder zorgwekkend. De vluchtelingen verblijven in scholen, moskeeën, en onafgewerkte gebouwen, of bij familie. Ze hebben water, onderdak, voedsel, en medische hulp nodig. Maar in ziekenhuizen is er een groeiend tekort aan medische personeel, dat massaal op de vlucht is geslagen. En er zijn ook te weinig geneesmiddelen, omdat het zo moeilijk is om die de regio binnen te brengen.

De bijzonder onstabiele situatie maakt het bovendien erg moeilijk voor humanitaire organisaties om de vluchtelingen te bereiken en te helpen. Zo raakte op 13 juni het ziekenhuis van Artsen Zonder Grenzen in de stad Tikrit ernstig beschadigd toen de stad gebombardeerd werd. Gelukkig raakte er niemand gewond.

Ondanks de onveilige situatie breidt Artsen Zonder Grenzen haar hulpverlening in Irak uit. Haar medische teams in Hawijah zijn versterkt, en op verschillende plaatsen zijn er mobiele hulpposten die vluchtelingen basisgezondheidszorg, behandeling van chronische ziektes, en moeder- en kindzorg bieden. In Tikrit onder steunt Artsen Zonder Grenzen de spoedafdeling van het enige nog functionerende ziekenhuis.