Sociale media

  • NL
Open the menu

Eerste goede stap van GSK, maar hiv is ook verwaarloosd


Michelle Childs, Director of Policy and Advocacy van Artsen Zonder Grenzen, antwoordt op de toespraak van Andrew Witty, CEO van GlaxoSmithKline (GSK) op de Harvard Medical School.


Artsen Zonder Grenzen is verheugd over de erkenning van Andrew Witty dat patenten hindernissen zijn voor onderzoek en ontwikkeling, en dat ‘patentenpools’ nieuwe mogelijkheden bieden om het onderzoek naar verwaarloosde ziektes te stimuleren. Het zijn beloftes die nu in daden moeten worden omgezet. De voorwaarden van de licenties van de patentenpools zullen cruciaal zijn. Er moeten meer details over bekend gemaakt worden en er moeten fondsen worden gevonden om met de resultaten van het onderzoek ook daadwerkelijk medicijnen te ontwikkelen. Artsen Zonder Grenzen roept alle andere famaceutische bedrijven op om de barrieres van patenten op te heffen en de samenstellingen van hun medicijnen en hun processen vrij te geven, om zo behandelingen te helpen ontwikkelen voor verwaarloosde ziektes. Ze moeten hun bibliotheken met samenstellingen van medicijnen openstellen voor onderzoekers. Maar GSK moet dit nog breder zien en hetzelfde doen voor hiv: hiv is ook een verwaarloosde ziekte. Andrew Witty beweert dat de patentenpool bedoeld is voor ziektes waarvoor geen goede behandelingen bestaat en dat er voldoende innovatie is voor hiv. Daar slaat hij slaat de bal mis. Op het vlak van behandelingen voor hiv/aids gaapt er een enorme kloof tussen wat nodig is en wat beschikbaar is. Een patentenpool kan helpen die kloof aan te pakken en innovatie aan te moedigen op terreinen waar dat vandaag niet gebeurt.

  • Er is nood aan nieuwe vaste combinaties. Er is dringend nood aan nieuwe medicijnen met vaste doses die meerdere samenstellingen, in het bijzonder de nieuwste medicijnen, in één pil bundelen. Vandaag kunnen patenten op indivuele samenstellingen in de weg staan van de ontwikkeling van nieuwe vaste combinaties..
  • Er is nood aan nieuwe pediatrische formules en snellere pediatrische studies. 90% procent van de hiv-positieve kinderen leeft in Afrika ten zuiden van de Sahara. Pediatrische studies en formules zijn geen prioriteit voor farmaceutische bedrijven.

    Van de 22 antiretrovirale middelen die zijn goedgekeurd door de Food en Drug Administration van de Verenigde Staten, zijn er 8 niet goedgekeurd voor kinderen en 9 hebben geen pediatrische versie. De bestaande varianten voor kinderen zijn bovendien vaak niet aangepast om in contexten met weinig hulpmiddelen te gebruiken (ze moeten koel bewaard worden, er moet zuiver drinkwater aan toegevoegd worden, of zijn ze moeilijk te doseren door hulpverleners).

    Generische bedrijven hebben interesse getoond en zullen aidsmedicijnen ontwikkelen in tabletvorm die geschikter zijn voor kinderen. Maar opnieuw kunnen barrières van patenten hen dat verhinderen, in het bijzonder voor nieuwe medicijnen.

Vernieuwing is zinloos als de resultaten niet beschikbaar  zijn

Onderzoek alleen zal er niet voor zorgen dat mensen in arme landen nieuwe behandelingen zullen krijgen. Om hen toegang te garanderen tot de resultaten van innovatie, moeten de nieuwe medicijnen beschikbaar zijn. Maar Artsen Zonder Grenzen kent, net zoals anderen die hiv/aidspatiënten verzorgen in ontwikkelingslanden, problemen met de beschikbaarheid van antiretrovirale middelen. De beperkingen van prijskortingen door bedrijven zijn duidelijk wanneer die kortingen alleen aan de minst ontwikkelde landen worden toegestaan en landen met gemiddelde inkomsten uitgesloten worden. In China bijvoorbeeld, vraagt GSK bij gebrek aan concurrentie meer dan 3.000 USD voor het antiretroviraal middel mamivudine. In Thailand weigerde Abbott de prijs van het temperatuurstabiele lopinavir/ritovanir te laten dalen. Pas nadat Thailand een dwanglicentie uitgaf, daalde de prijs naar ongeveer 500 USD. Daarom is Artsen Zonder Grenzen bezorgd dat Andrew Witty de landen met gemiddelde inkomsten uitsluit. Voor die landen maakt hij weinig meer dan een mank gedefinieerde beloft over flexibele prijzen.

Er zal opnieuw een prijzencrisis komen

Nu meer en meer nieuwe medicijnen gepatenteerd worden in landen waar generische middelen geproduceerd worden, zal de generische concurrentie niet meer in staat zijn de prijzen te doen dalen zoals dat in het verleden gebeurde. Hiv/aids is een ziekte die een levenslange behandeling vereist. Patiënten moeten toegang hebben tot nieuwe, krachtigere en minder giftige medicijnen wanneer ze last krijgen van neveneffecten, of resistentie tegen bepaalde medicijnen ontwikkelen. De verbeterde, door de WHO aanbevolen regel voor eerstelijnsbehandeling van aids kost, in het beste geval tussen 613 USD en 1.033 USD, met medicijnen van het originele bedrijf. Dat is het zeven- tot twaalfvoudige van oudere eerstelijnsbehandelingen. Die kosten nu, dankzij de generische concurrentie, 87 USD om een patiënt een heel jaar te behandelen. Voor tweedelijnsbehandelingen liggen de prijzen in het beste geval 17 keer hoger in landen waar door patentbescherming geen generische versies beschikbaar zijn [1]. Er moeten nieuwe manieren uitgewerkt worden om medicijnen betaalbaar te houden. Een sterkere concurrentie is daarvoor de beste manier. Dat kan gebeuren door dwanglicenties, zoals in Thailand gebeurde. Of het kan gebeuren zonder confrontaties of processen, zoals het recent voorstel van de farmaceutische afdeling van UNITAID: een vrijwillige patentenpool voor hiv-medicijnen voor landen met lage en gemiddelde inkomens. Artsen Zonder Grenzen roept GSK op om samen te werken met UNITAID en relevante intellectuele eigendom beschikbaar te maken via een vrijwillige patentenpool voor aidsmedicijnen.


[1] Untangling the Web of Antiretroviral Price Reductions, 11th edition, Médecins Sans Frontières, Geneva 2008. Zie ook www.msfaccess.org