Sociale media

  • NL
Open the menu

Darfur: situatie blijft onstabiel, ondanks mobilisatie


Na hun maandenlange aanwezigheid temidden van de ontheemde bevolking in Darfur kunnen de teams van AZG vandaag de effecten nagaan van de humanitaire hulp op de bevolkingsgroepen in de kampen, met name in West-Darfur. In sommige gebieden blijft de situatie bijzonder zorgwekkend, want er blijven maar hulpbehoevende mensen binnenstromen, op de vlucht voor het geweld. De ontheemden zijn alles kwijtgeraakt tijdens de golf van geweld die de voorbije lente losbarstte, en zullen nog maandenlang volledig afhankelijk blijven van internationale hulp. Daarom moet de mobilisatie van humanitaire hulp absoluut volgehouden worden. De hulpverlening moet tot in de afgelegen gebieden kunnen reiken en de voedselbedelingen moeten worden opgevoerd.


Eind juni publiceerden we een rapport: “Emergency in Darfur, Sudan: no relief in sight”, waarin we op basis van een epidemiologisch onderzoek de gevolgen illustreerden van grootschalig geweld tegen burgers. We klaagden de gebrekkige hulpverlening aan en spraken onze vrees uit voor een hongersnood “die volledig het gevolg is van politieke factoren”. Wat we vandaag vaststellen op de plaatsen waar we actief zijn, is dat de hulp momenteel het ergste heeft kunnen vermijden. De hulpverlening is uiteindelijk ook op gang gekomen op de belangrijkste verzamelplaatsen van personen die de repressie ontvluchten. Doordat de overheid in Khartoem soepeler geworden is in het uitreiken van vergunningen, zijn nu ook andere hulporganisaties actief in Darfur. De algemene voedselbedelingen van het Wereldvoedselprogramma (WFP) bieden de bevolking een manier om te overleven, ook al blijven ze onvoldoende.
In de kampen van West-Darfur (Mornay, Zalingei, Nyertiti) zijn de gezondheidsindicatoren verbeterd. De sterftecijfers hebben zich de voorbije weken gestabiliseerd onder de alarmdrempel in het kamp in Mornay, dat opvang biedt voor 80.000 ontheemden: het mortaliteitspercentage bedraagt er 0,4 per 10.000 inwoners en per dag (alarmdrempel: 1/10.000/dag) en 0,6/10.000/dag bij kinderen onder de 5 jaar (alarmdrempel: 2/10.000/dag). In Zalingei, waar 45.000 ontheemden verblijven, zien we dezelfde trend. Ook het aantal kinderen dat opgevangen wordt in onze voedingscentra is gelei

In sommige gebieden houdt het geweld tegen burgers aan

Terwijl in West-Darfur de situatie aanzienlijk veiliger lijkt te zijn geworden, is ze in sommige gebieden in het noorden en het zuiden nog altijd zeer gespannen. Onlangs vluchtten er 20.000 personen in bijzonder benarde omstandigheden naar de omgeving van Shariya en Muhajariya, ten oosten van Nyala, in Zuid-Darfur. Er werd ook een geïmproviseerd kamp gebouwd vlak bij dat van Kalma, waar al 80.000 ontheemden verblijven. In dit laatste kamp worden nog altijd zowat 800 kinderen verzorgd in het therapeutisch voedingscentrum van AZG.
In Noord-Darfur, in de regio Al Fasher, werden eind augustus verschillende dorpen vernield, waardoor duizenden mensen op de vlucht sloegen. Deze straatarme bevolkingsgroepen en het feit dat er geregeld ontheemden aankomen in het kamp in Kalma, bewijzen hoe onstabiel de situatie nog altijd is.

Een fragiele medische en gezondheidssituatie

Het regenseizoen begon half juli en duurt nog tot in oktober. Het is, in een context van massale volksverhuizingen, altijd een verzwarende factor: het bevordert de ontwikkeling en verspreiding van malaria, luchtweginfecties en diarree. Deze aandoeningen zijn de belangrijkste redenen waarom de mensen op consult komen in onze gezondheidscentra. Momenteel is de malaria-epidemie “onder controle”, maar we vrezen een seizoenspiek in oktober-november, die wel eens fataal zou kunnen zijn voor patiënten die al erg verzwakt zijn.
Sinds juni woedt er in heel Darfur en in de vluchtelingenkampen in Tsjaad trouwens ook een hepatitis E-epidemie, een ziekte waarvan de mortaliteit bijzonder hoogt ligt bij zwangere vrouwen (20 %).
Choleragevallen hebben we nog niet gehad in de kampen, maar de dreiging is reëel, want alle bevorderende elementen zijn aanwezig (regen, slechte hygiëne, het op elkaar geperst zitten). Onze teams houden alvast het nodige materiaal klaar ingeval de ziekte uitbreekt.
Ook de voedselbevoorrading in de kampen blijft zorgwekkend. De algemene bedelingen door het Wereldvoedselprogramma (WFP) blijven onvoldoende. In augustus werd 16.000 ton voedsel uitgedeeld, terwijl er eigenlijk 21.000 ton nodig was. De voedselbehoeften in Zuid-Darfur werden slechts voor 65 % gedekt (86 % in West-Darfur, 75 % in Noord-Darfur). Een verontrustende situatie, want de algemene bedelingen vormen het belangrijkste bestaansmiddel voor de ontheemden zolang ze niet kunnen terugkeren naar hun land. De regen maakt de wegen onberijdbaar en heeft het voedseltransport aanzienlijk bemoeilijkt, vooral in afgelegen gebieden als El Geneina.

De hulp moet worden voortgezet, ook in de afgelegen gebieden

De ontheemden zijn alles kwijtgeraakt tijdens hun vlucht en zijn volledig afhankelijk van humanitaire hulp. De meesten hebben niet kunnen zaaien, hun voorraden zijn vernield of geplunderd, en buiten de hulpverlening hebben ze niets meer om te overleven. Ondanks de moeilijke leefomstandigheden in de kampen lijken de ontheemden niet van plan om terug te keren, vooral uit angst voor de aanhoudende onveiligheid. Vandaar dat de hulpverlening absoluut moet worden voortgezet, ook als Soedan geen media-aandacht meer krijgt en niet langer op de internationale politieke agenda staat. Elke vermindering van de hulp zou ernstige gevolgen kunnen hebben voor de opvang van de ontheemden. Zo maken we ons veel zorgen over de algemene voedselbedelingen van het Wereldvoedselprogramma: ze hebben hun doelstelling voor augustus niet bereikt en dreigen ook voor september absoluut ontoereikend te zijn.
De humanitaire hulp had een sterke impact in de grote ontheemdenkampen, en de gevreesde ramp kon er gelukkig vermeden worden. Het is nu dringend tijd dat ze ook op gang komt in afgelegen dorpen en gebieden, waar kleinere groepen mensen wonen die gewoon niets meer hebben.
Zoals eerder gezegd: het ziet er niet naar uit dat de ontheemden binnenkort naar huis zullen terugkeren. Op de plaatsen waar we werken, is daar in elk geval niets van te merken. De angst zit er bij hen nog altijd sterk in. Vandaar dat we de problematiek van de terugkeer en de manier waarop de overheid in Khartoem ze zou kunnen organiseren, op de voet blijven volgen. Een eventuele terugkeer kan alleen op vrijwillige basis en als er voldoende veiligheidswaarborgen zijn. De humanitaire hulp die we zouden kunnen leveren in de herkomstgebieden, is gebonden aan die twee voorwaarden.