Sociale media

  • NL
Open the menu

Brutaliteiten duren voort aan grens DRC-Angola


Een team van AZG heeft nieuwe verklaringen opgetekend over vreselijke misbruiken van Congolese diamantwerkers die met geweld vanuit hun woonplaats in de Angolese mijngebieden over de grens met de Democratische Republiek Congo (DRC) worden verdreven. Deze informatie bevestigt eerdere aantijgingen van wijdverspreid geweld tegen mijnwerkers.

Volgens mensen in behandeling bij AZG in Kamonia, in het zuidwesten van de DRC, hebben Angolese troepen vier dagen lang een afgelegen mijn in Kaninda (Lunda Norte) omsingeld, waarbij de mensen in het gebied zonder water of brood achterbleven. Toen de Angolese militairen dan binnenvielen, scheidden ze gezinnen alvorens hen verregaand te fouilleren voor geld en diamanten. Naast foltering met vuur en machetes werden mannen ook gedwongen tot seksuele handelingen met soldaten terwijl vrouwen werden verkracht.
“We hebben informatie van mensen uit minstens vijf andere diamantmijnsites die bevestigen dat wat gebeurde in Kaninda geen uitzondering is,” verklaart Alain Decoux, AZG-landverantwoordelijke in de DRC. “Wat men hier laat gebeuren, is ontoelaatbaar.”
Vele mensen verhalen ook over het bestaan van gevangenissen voor diamantmijnwerkers in Kakanda en Lukapa. Deze zijn volledig omgeven door antipersoonsmijnen zodat geen ontsnappen mogelijk is, en herbergen tussen de 1.000 en 2.000 mensen, vrouwen en kinderen, net als elders, gescheiden van de mannen. Bronnen bevestigen dat de vrouwen er systematisch naar kleine kamertjes worden geroepen, waar ze verkracht worden, zelfs wanneer ze zwanger zijn.
Volgens getuigenissen die het AZG-team registreerde, worden Congolese burgers in de omgeving van verschillende mijnen als menselijk schild gebruikt. Dit gebeurt tijdens de gevechten tussen de Angolese strijdmacht en de Tijgers (ex-gendarmes afkomstig uit Katanga in Congo, die verschillende van de mijnen beheren) om de controle over de kostbare grondstof.
Het urgentieteam van AZG heeft de vijf plaatsen bezocht waarlangs de mijnwerkers Congo worden binnengedreven, en zorgt voor medische doorlichtingen, voedsel en basisbenodigdheden zoals jerrycans en dekens.
Toch zijn er nog moeilijkheden. Decoux: “Terwijl vele van de aangekomenen er slecht aan toe zijn, is vrijwel niks voorzien om hen op te vangen, laat staan om ze te helpen vanuit dit extreem afgelegen gebied veilig terug te keren naar hun plaats van oorsprong. Velen van hen zijn zelfs geboren in Angola en hebben geen huis om naar toe te gaan.”
Met duizenden mijnwerkers die nog met uitwijzing bedreigd zijn, wordt de situatie steeds dringender. AZG dringt er nogmaals op aan dat de Angolese en Congolese overheden deze mensen beschermen tegen het geweld, en in hun basisnoden voorzien. AZG roept ook andere internationale actoren op zo snel mogelijk te interveniëren en een eind te maken aan deze situatie.