Bijna 6.000 gevallen van cholera

De cholera-epidemie in Tsjaad heeft haar hoogtepunt nog niet bereikt. Op dit ogenblik zijn er - sinds eind juni, toen de epidemie begon - 5.900 gevallen geteld; meer dan honderdtwintig mensen stierven. De epidemie kan vergeleken worden met die van 1998, toen 6.000 mensen cholera kregen. Artsen Zonder Grenzen gaat er van uit dat de epidemie nog niet voorbij is: het aantal gevallen blijft immers toenemen.

Vooral N'djamena en de provincie Cahri Baguirmi zijn zwaar getroffen, met meer dan 3.000 zieken, en bijna honderd doden. Maar ook de provincies Lac en Mayo Kebbi en buurland Kameroen - waar inmiddels 151 zieken en twee doden werden geteld - hebben erg te lijden.
Artsen Zonder Grenzen blijft zich inspannen in de verschillende provincies. AZG houdt een aantal behandelingscentra voor cholera open, deelt een orale rehydratieoplossing en een chlooroplossing (die de microbe doodt) uit. Er zijn ook voortdurend teams onderweg om in de verschillende districten het verloop van de ziekte te controleren, en zich er in risicozones van te vergewissen dat er voldoende hulp aanwezig is.
Cholera-epidemieën beginnen voornamelijk tijdens het regenseizoen in april-mei en eindigen met de regenval in september-oktober. Op dit ogenblik hebben stortregens overstromingen veroorzaakt in de provincie Logone Orientale. Met 45.000 mensen wiens huizen overstroomden, valt hier ook nog een verhoging van het aantal cholerapatiënten te verwachten.