'Sommige vluchtelingen uit Darfur hebben meer dan 400 kilometer gelopen'

Sinds februari 2003 vormt Darfur, een regio in het westen van Soedan, het toneel van een conflict dat 1.200.000 mensen op de vlucht heeft gedreven. Naast al deze ontheemde mensen, heeft het geweld ook nog het leven gekost aan 30.000 mensen en 200.000 vluchtelingen naar buurland Tsjaad verdreven. Het conflict in Darfur is momenteel de grootste wereldramp op humanitair vlak en wat mensenrechten betreft. Een gesprek met Jacob Maïkere, medisch verantwoordelijke voor de operaties van AZG in Tsjaad.

Naar verluidt zien de teams van AZG in Tsjaad opnieuw een toename van vluchtelingen die Darfur ontvluchten.
Inderdaad. De laatste weken zijn er tussen de 100 en 200 vluchtelingen aangekomen in het hospitaal in Iriba en in de twee kampen in het noordoosten van Tsjaad waar AZG actief is. Deze mensen hebben bijna 400 kilometer gelopen om de gevechten te ontvluchten die opnieuw opgelaaid zouden zijn in de provincie Darfur. Bij hun aankomst in Tsjaad waren ze totaal uitgeput en sommigen onder hen waren gewond.
Wat doet AZG voor deze mensen?
AZG beheert het hospitaal van Iriba dat over 60 bedden beschikt en is actief in twee vluchtelingenkampen in Touloum en Iridimi, die samen zo’n 17.000 vluchtelingen herbergen. De teams van AZG geven medische zorg en voedselhulp, en staan in voor chirurgische ingrepen. Alle zorgen zijn gratis en worden ook aan de lokale bevolking aangeboden. AZG heeft 9 internationale stafmedewerkers ter plaatse – artsen, verplegers en logistiekers – en 120 lokale medewerkers.
Hoe ziet de situatie er momenteel uit?
Bij de aankomst van de vluchtelingen waren ondervoeding, ademhalingsstoornissen en diarreeziekten de belangrijkste problemen. Vandaag is de situatie op het vlak van voeding gestabiliseerd en zijn de ziekten onder controle, maar dat kan snel omslaan door het chronisch gebrek aan water. Hierdoor hebben problemen van persoonlijke hygiëne reeds geleid tot gevallen van hepatitis E, vooral bij zwangere wrouwen. In de kampen van Touloum en Iridimi werden drie gevallen van meningitis opgetekend en het gevaar dat de ziekte overslaat naar andere kampen en een epidemie uitbreekt, is niet denkbeeldig.
Zullen de vluchtelingen snel naar huis kunnen?
Sommige onder hen zijn hier reeds sinds oktober 2003 en we zien nog geen vluchtelingen terugkeren. De laatste tijd zien we ook dat er spanningen ontstaan tussen de vluchtelingen en de lokale bevolking. De regio is zeer arm en door de toestroom van tienduizenden vluchtelingen er is nog steeds een gebrek aan water, voedsel, brandhout en andere levensnoodzakelijke middelen.