AZG geschokt door de moord op een groep hulpverleners op Sri Lanka

Artsen Zonder Grenzen is bijzonder geschokt door de moord op zeventien Sri Lankaanse collega's van "Action Contre la Faim" (Actie tegen de Honger) op Sri Lanka. De organisatie eist dat de toegang tot de slachtoffers van het conflict en de veiligheid van de hulpverleners gewaarborgd worden.

De doelgerichte executie van zeventien leden van "Action Contre la Faim" is een nooit eerder geziene wandaad en een bijzonder verontrustend signaal. De moord maakt duidelijk dat het conflict op Sri Lanka aan het verergeren is en dat er geen respect is voor de hulpverleningsteams die bijstand bieden in de gevechtszones. Het gaat hier om de hele internationale humanitaire gemeenschap.
Niet-gouvernementele organisaties moeten hier werken in een algemeen klimaat van wantrouwen, beschuldigingen, beperkingen en controle. Er moet een onafhankelijk onderzoek komen naar de omstandigheden van deze gruweldaad en naar de verantwoordelijken. Het voltallige personeel van Artsen Zonder Grenzen biedt op deze moeilijke momenten zijn diepste medeleven aan aan de families van de slachtoffers en de leden van "Action Contre la Faim".
De voorbije twee weken was de bevolking van het gebied rond Muttur, in het oosten van Sri Lanka, het slachtoffer van militaire aanvallen, terwijl alle hulp verboden werd. Vandaag krijgen tienduizenden mensen niet de minste medische bijstand.
Toch probeert AZG al meer dan twee maanden twee noodprojecten op touw te zetten voor de bevolking in het oosten van Sri Lanka (tussen Muttur en Batticaloa) en in Point Pedro, op het schiereiland Jaffna (in het noorden). Artsen Zonder Grenzen kreeg echter geen toestemming van de overheid om deze programma's uit te voeren. AZG eist dat de verschillende conflictpartijen de toegang tot de slachtoffers en de veiligheid van de hulpverleners waarborgen en respecteren.