Sociale media

  • NL
Open the menu

Syrië: bloedbad in Damascus na bombardement op markt



Bij een luchtaanval op een markt in de wijk Douma in de Syrische hoofdstad Damascus zijn zaterdag 31 oktober ten minste 70 mensen omgekomen en 550 mensen gewond geraakt. Het dichtstbijzijnde veldhospitaal was een dag eerder al geraakt door bommen, waardoor zorgverleners nauwelijks in staat waren gewonden te behandelen. Artsen Zonder Grenzen vreest dat de toenemende bombardementen in Noord- en Centraal-Syrië verschrikkelijke gevolgen zullen hebben voor de bewoners van de belegerde delen van Damascus. Bijna één miljoen mensen zitten er vast, met slechts enkele medische voorzieningen en geen kans op evacuatie.



Reddingsteams onder vuur

De verwoesting door de luchtaanval op zaterdag werd verergerd door aanhoudend mortiervuur op de reddingsteams die de gewonden hielpen. Medisch personeel sprak van verschrikkelijke, meervoudige verwondingen. 250 mensen moesten geopereerd worden. Artsen zonder Grenzen heeft noodvoorraden, brandstof en logistieke ondersteuning geleverd aan het veldhospitaal in Douma na de luchtaanval.

Extreem gewelddadig

‘Dit was een extreem gewelddadig bombardement,’ zegt de directeur van een door Artsen zonder Grenzen ondersteund ziekenhuis in de regio. ‘De verwondingen waren erger dan we ooit gezien hebben, velen waren al dood. We moesten veel amputaties en bloedtransfusies uitvoeren. We deden ons best, maar het aantal ernstig gewonden was veel meer dan we aankonden met onze beperkte middelen.’

Ziekenhuizen verwoest

Omdat er in Syrië zo veel ziekenhuizen zijn verwoest, zijn veel medische voorzieningen ondergronds gegaan om operationeel te kunnen blijven. Andere hebben hun activiteiten opgesplitst over meerdere locaties. Dat was ook het geval bij het veldhospitaal in Douma. Hoewel een deel verwoest werd bij een bombardement op donderdag – hierbij kwamen 15 mensen om – kon een deel van de activiteiten voortgezet worden in andere gebouwen en konden gewonden na het bombardement op zaterdag geholpen worden. Vanwege het enorme aantal gewonden moesten echter zes veldhospitalen in de regio te hulp schieten om iedereen te kunnen behandelen.

Burgerslachtoffers

Dit jaar zijn in het belegerde gebied rond Damascus een toenemend aantal aanvallen op plaatsen waar burgers samenkomen, zoals ziekenhuizen en markten. Tot nu toe is dit jaar bijna 40 procent van de doden en gewonden in door Artsen zonder Grenzen ondersteunde ziekenhuizen in de regio Oost-Ghouta vrouwen en kinderen onder 15 jaar. Dit uitzonderlijk hoge percentage van burgerslachtoffers wordt veroorzaakt door herhaaldelijke aanvallen op dichtbevolkte, belegerde gebieden, waarbij de bevolking geen enkele kant op kan.

Oorlogsregels gebroken

‘Dit bombardement op een drukke markt en de verwoesting van medische voorzieningen breken alle regels die bij oorlog horen,’ zegt operationeel directeur Brice de la Vingne. ‘In twee enclaves in Oost-Ghouta zijn twee veldhospitalen al meermaals gebombardeerd. Dit jaar hebben wij al vier keer financiële en logistieke ondersteuning gegeven om deze veldhospitalen weer operationeel te krijgen. Scherpschutters voorkomen ondertussen dat mensen uit het gebied kunnen ontsnappen. De bevolking leeft continu in angst. En de langzame dood door belegering lijkt nu te veranderen in een snel bloedbad door deze verschrikkelijke luchtaanvallen.’

Hulp mogelijk maken

Artsen zonder Grenzen roept de permanente leden van VN-veiligheidsraad op om hun resolutie 2165 van juli 2014, die een mandaat geeft om veilige hulp aan de Syrische bevolking mogelijk te maken, na te leven en snel een einde te maken aan de dodelijke luchtaanvallen in het land.