Sociale media

  • NL
Open the menu

De jongen die ebola voor de gek hield


Ongeveer twee derde van onze patiënten in het ebolacentrum in Foya, Liberia, overleeft het niet. De meesten zijn zwak en liggen zielloos in bed. Mamadee niet. Die is aan het dansen.

© Martin Zingll/AZG
© Martin Zingll/AZG

De radio staat aan in het centrum. Er klinkt Azonto, traditionele Ghanese muziek. De meeste patiënten luisteren niet. Zij kunnen niet veel meer dan op bed liggen terwijl hun immuunsysteem de strijd aangaat met het dodelijke virus in hun lichaam. Mamadee, elf jaar oud, ligt niet op bed. Hij is een originele Azonto-dans aan het doen. Hij springt, bukt, stapt naar rechts, stapt naar links. Onvermoeibaar gaat hij door.

Energie

Het is moeilijk te geloven dat Mamadee ook patiënt is, dat hij ebola heeft. Hij blijft maar dansen. Sommige patiënten zijn jaloers op zijn onuitputtelijke energie. Alle hulpverleners zijn massaal gevallen voor de kleine jongen. Mamadee is de ster van het ebolacentrum.

Toen de jongen werd opgenomen, was hij misselijk, koortsig en vermoeid, en had hij spierpijn, buikpijn en diarree. Allemaal duidelijke symptomen van ebola. Hij werd meteen behandeld met vitaminen, antibiotica, pijnstillers én met malariatabletten – omdat hij ook malaria bleek te hebben.

Een paar dagen later bleek uit zijn bloedtest dat hij inderdaad besmet was met het ebolavirus. Alleen was er toen al iets geks aan de hand. Mamadee voelde zich alweer stukken beter en rende vrolijk rond.

Niet te geloven

‘We konden het niet geloven,’ zegt arts Roberta Petrucci. ‘We dachten dat er misschien een fout was gemaakt. Maar ook een tweede bloedtest wees uit dat hij ebola had. Toch vertoonde hij helemaal geen symptomen meer. Maar we moesten hem wel in het centrum houden, omdat hij theoretisch gezien nog steeds andere mensen kon besmetten.’

Omringd door zieke mensen zorgde Mamadee voor het nodige vertier. Hij praatte met de andere patiënten, danste en was in staat om overal speelgoed van te maken, of het nu een velletje papier, een blikje fris of een drinkbeker was.

Maar een ebolacentrum is natuurlijk geen plek waar een kind wil zijn en verveling sloeg ook bij Mamadee toe. ‘Ik mis mijn familie en mijn vrienden. Ik mis zelfs school.’ Hij klaagde echter nooit. ‘De mensen in de gele regenpakken zorgen heel goed voor en helpen heel veel zieke mensen.’

Bron van vreugde

‘Zijn houding is buitengewoon positief,’ zegt dr. Petrucci. ‘Deze jongen is een bron van vreugde voor andere patiënten en de hulpverleners. Hij is altijd blij en lacht continu. We zullen hem missen als hij weg is. Maar we willen natuurlijk wel dat hij het centrum zo snel mogelijk mag verlaten.’

Een ebolacentrum is geen speeltuin en Mamadee heeft verschrikkelijke dingen gezien. ‘Er zijn veel dode mensen,’ zegt hij. ‘Ebola is een ziekte waardoor je gaat overgeven en waarvan je uit je neus bloedt. Je kunt doodgaan.’ Helaas overkwam dat Mamadee’s oudere zus Mayan. Het veertienjarige meisje werd een week na Mamadee opgenomen en stierf enkele dagen daarna. Toen zijn moeder hem dit vertelde met tranen in haar ogen, bleef Mamadee sterk. ‘Niet huilen, mama,’ sprak hij haar troostend toe.

Op 4 september testte Mamadee eindelijk negatief en was hij officieel genezen. Geheel in stijl rende hij hierop het centrum uit. ‘Ik ben erg blij vandaag,’ was zijn simpele en treffende commentaar.