Sociale media

  • NL
Open the menu

Nomaden gedwongen te vluchten in Noord-Congo


Een team van Artsen Zonder Grenzen in het noorden van Congo heeft meer dan 500 consultaties gedaan bij een groep van 600 nomaden. De vrouwen, kinderen en bejaarden hadden zich verzameld in een geïmproviseerd kamp, omdat ze in het woud verkrachtingen en ontvoeringen vreesden. Toen de autoriteiten hen dwongen het kamp verlaten, kon Artsen Zonder Grenzen nog net noodrantsoenen verdelen. Artsen Zonder Grenzen maakt zich zorgen om de veiligheid en gezondheid van de groep nomaden.

Artsen Zonder Grenzen werkt sinds mei 2009 in de stad Niangara. Het team ondersteunt er een ziekenhuis van het ministerie van Volksgezondheid en heeft twee gezondheidscentra in nabijgelegen dorpen. Het is een dicht beboste en tamelijk afgelegen gebied, niet ver van de grens met Zuid-Soedan en de Centraal-Afrikaanse Republiek.

“Als er plots 600 vrouwen en kinderen een kamp opzetten in een stadje in het noorden van Congo, dan gaat er een alarmbel af in je hoofd,” zegt Aazaad Alocco, coördinator voor Artsen Zonder Grenzen in de stad Niangara, in het noord-oosten van Congo. “Het is vreselijk, maar mensen die moeten vluchten omdat ze hun leven niet zeker zijn, is niet ongewoon hier in de streek. Maar deze groep was duidelijk anders.”

Begin december zette de groep Mbororo, nomaden die door verschillende Centraal-Afrikaanse landen zwerven, een kamp op aan de rand van de stad Niangara. De 600 vrouwen, kinderen bejaarden voelden zich niet langer veilig in het woud met hun vee.

“Ze vertelden ons dat ze uit het buurdistrict waren verdreven en dat ze nu schrik hadden van het Congolese leger hier in de buurt van Niangara. Ze vertelden dat vrouwen, kinderen en bejaarden naar de stad waren gekomen om niet verkracht of ontvoerd te worden in het woud”, aldus Alocco.

“Zelfs voor nomaden, die een hard leven gewoon zijn, waren de omstandigheden in het kamp erg slecht. Er was geen water, geen hygiënische voorzieningen en de paar plastic zeilen die ze hadden werden gestolen.”

Op drie weken tijd deed het team van Artsen Zonder Grenzen 541 voor de groep Mbororo. “541 consultaties op een groep van 600 mensen is erg veel. Het toont aan dat er nood is aan toegang tot medische zorg”, zegt Morten Havdal, dokter voor Artsen Zonder Grenzen in Niangara. “We hebben veel gevallen behandeld met ernstige malaria, met parasieten, met infecties aan de luchtwegen of de huid, en nog veel andere ziektebeelden ook.”

Op de ochtend van 21 december vertelden lokale bronnen aan Artsen Zonder Grenzen dat er geweerschoten waren gehoord in de buurt van het kamp van de Mbororo. Een jongen bleek geraakt in het kruis. “We stabiliseerden de patiënten en brachten hem meteen naar het ziekenhuis voor een operatie”, zegt Havdal. “Die verliep goed. De kogel had gelukkig niet te veel schade aangericht. Twee weken later kon hij het ziekenhuis zelfstandig buitenwandelen.”

Op 5 januari ging het team van Artsen Zonder Grenzen naar het kamp, als voorbereiding op de mobiele hulppost die de volgende dag gestuurd zou worden. “Het was bijna helemaal leeg,” vertelt Alocco. “Gewapende troepen bevolen de laatste Mbororo onmiddellijk te vertrekken. Het gebeurde erg plots en erg onverwacht.”

Eerder die ochtend hadden talloze getuigen gezien hoe Congolese militairen het kamp binnengingen en de Mbororo opdroegen vertrokken te zijn om 14u00. Hun bezittingen en vee werden in beslag genomen, alleen ezels mochten gehouden worden voor het transport.

Die avond vond Artsen Zonder Grenzen een groep van een hondertel vrouwen en kinderen langs de kant van de weg, zonder beschutting of voedsel. De nacht valt snel in de wouden in Noord-Congo, en dus was er alleen nog tijd om noodrantsoenen uit te delen.

Op dit moment leven de verdreven vrouwen en kinderen samen met een paar honderd Mbororo-mannen in het woud rond Nambia. Daar heeft Artsen Zonder Grenzen een medische hulppost, tenminste wanneer het veilig genoeg is. “We zijn bang dat ze buiten slapen, in het woud, zonder beschutting, zonder voedsel, zonder medische zorg, en erg kwetsbaar voor geweld”, zegt Alocco.

“Deze mensen worden blijkbaar vijandig onthaald door de overheid en de bevolking, waar ze ook komen. Ze verstoppen zich op dit moment op plaatsen waar ook wij hen niet kunnen bereiken. We hopen dat wie medische hulp nodig heeft, onze mobiele hulppost in Nambia kan bereiken.”