Sociale media

  • NL
Open the menu

“Niemand kon haar waardigheid afnemen"


Fiona Bass is een verpleegster die voor het project van AZG in Masisi werkte. Deze stad ligt midden in het conflict in Noord-Kivu.

Ze wilden geld. Een wapen biedt een jongeman in Noord-Kivu onder meer de luxe van tijd: tijd om te luieren, tijd om vragen te stellen, tijd om te observeren. Die week was een groep gewapende mannen van een of andere bende wat aan het rondhangen aan de rand van een dorpje, toen ze hoorden dat haar familie een koe had verkocht. Ze hadden ongetwijfeld honger maar geen geld. Ze keken rond, stelden achteloos een aantal vragen en smeedden een plan.
Op vrijdagnacht vielen ze aan. Ze sloegen haar vader ineen, en wezen de jongens luidkeels de deur! Vertrek en blijf uit de buurt! Ze vroegen haar moeder welke dochter volgens haar de lekkerste was. Ze stalen eerst het geld, een fortuin en alle andere bezittingen van de familie. Daarna stolen ze ook haar eerbaarheid, en wel zo luid dat het hele dorp het hoorde.
De vraag aan haar moeder had geen antwoord nodig gehad. Terwijl ze haar een voor een verkrachten, riep één haar toe: "We hebben je gezien, meisje, we hebben naar je gekeken. Niemand zal je nu nog willen”. Toen ze weg waren, depte ze zichzelf droog en veegde het bloed op. Ze vuurden luchtschoten af. Haar vader huilde. Ze konden nergens om hulp vragen.
De volgende dag werkte ze samen met een vriendin op het veld. Ze had pijn, maar wou niet gewoon thuis blijven. Langs de weg naar huis wachtte de groep mannen haar op en liepen haar spottend toe: “We hopen dat je je mond houdt, meisje. We willen je huis immers niet platbranden. We willen je moeder niet vermoorden. Kreeg je vader genoeg slaag zodat hij zijn mond zal houden?”. De meisjes renden de rest van de weg naar huis en zij nam een beslissing.
We vonden haar helemaal alleen in de kerk. Twee keer per week trekt onze mobiele kliniek naar het naburige dorp met verpleegkundigen die gespecialiseerd zijn in het geven van therapie en met alle nodige geneesmiddelen en vaccins om verkrachte vrouwen en kinderen meteen te verzorgen. We zijn voorbereid, dat hebben we intussen wel geleerd.  Ze had haar moeder gevraagd om die ochtend bij haar langs te gaan zodat ze zou weten of wij al dan niet op haar verzoek ingingen.
Zodra ze haar beslissing had genomen, was ze thuis vertrokken om twee nachten in de kerk te slapen, alleen, zonder eten of drinken. De dorpelingen hadden gevraagd of ze niets nodig had. Van achter de gesloten deur wees ze hun aanbod af, ze wou enkel alleen gelaten worden. We behandelden haar, beperkten het risico op hiv, vaccineerden haar, wasten haar en gaven haar pijnstillers. En we boden een luisterend oor.
Ze vertelde vier uur lang en huilde zachtjes. Ze zat kaarsrecht met haar handen gevouwen in haar schoot, en sprak op een vaste, rustige toon. We gingen in op haar vraag of ze naar Masisi mocht komen en in ons Welkomstdorp voor kwetsbare vrouwen mocht verblijven. Lang genoeg totdat de gewapende mannen zouden denken dat ze verstoten was en de doodsbedreigingen aan haar familie zouden stopzetten. Door haar verhaal te doen en hulp te zoeken, zou ze hen kunnen overtuigen van haar stilzwijgen, en de controle en haar waardigheid kunnen terugwinnen, zo vertelde ze ons. Ze zouden hen niet nog meer pijn doen dan ze al gedaan hadden.
Ondanks hun intimidaties, manipulaties en kleineringen, getuigde ze van vastberadenheid en sterkte. Dit maakte mij duidelijk dat niemand haar waardigheid zou kunnen afnemen. Voor mij toont zij aan dat we kunnen spreken over verkrachting, en waarom we dat ook moeten doen. Het is immers ons karakter dat bepaalt wie we zijn, niet wat ons wordt aangedaan. Zij is moedig, en moed houdt de gemeenschappen samen ook al proberen de verkrachters deze te terroriseren en vernietigen.
Ik ben niet naïef, ik ken de gevolgen hiervan, hoe dit haar zal beïnvloeden, hoe ze er misschien aan zal onderdoor gaan. Haar leven lang zal ze hier elke dag aan denken. Maar als we deze verhalen delen, met een waar inzicht van de gevolgen van verkrachting in oorlogsgebieden – dat het de samenleving uiteen rukt, familie per familie -  dan kunnen we de gemeenschappen helpen om zelf er weer boven op te komen, omdat ze weten dat ze deze tragische ervaringen niet alleen moeten doorstaan. Dit is dagelijkse realiteit van een krankzinnig conflict. De slachtoffers hoeven zich helemaal niet beschaamd, alleen of verloren te voelen.Dit verhaal verwijst naar gebeurtenissen van februari 2009. In de stad Masisi leidt AZG een referentieziekenhuis met 170 bedden en ondersteunt er een gezondheidscentrum. Daarnaast beheerde AZG er mobiele klinieken in verschillende afgelegen plekken in de regio.

Lees ook het verhaal van Rosa* uit Colombia

Vijf weken lang geeft Artsen Zonder Grenzen het woord aan slachtoffers van seksueel geweld. De organisatie heeft in verschillende landen projecten lopen om deze mannen, vrouwen en kinderen medisch, mentaal en sociaal te helpen. In maart publiceerde Artsen Zonder Grenzen het rapport 'Gebroken Levens' over wereldwijd seksueel geweld.

> Bezoek de website 'Gebroken Levens'