Sociale media

  • NL
Open the menu

Kenia: AZG verzorgde verbrande slachtoffers


Twee en een halve maand heeft een team van Artsen Zonder Grenzen gezorgd voor de verbrande slachtoffers in Rift Valley in Kenia. Daar had de explosie van een tankwagen honderd mensen gedood en nog eens zoveel ernstig verwond.

Patiënten met een goede kans op overleven werden overgevlogen naar ziekenhuizen in Nairobi. Patiënten die niet te zwaar verbrand waren, of juist zo zwaar dat ze maar een kleine kans op overleven hadden, werden hoofdzakelijk in het ziekenhuis van Nakuru opgenomen. Geen enkel ziekenhuis kan zo’n plotse en enorme toevloed van zwaar verbrande patiënten zomaar opvangen, en daarom vroegen het ziekenhuis en het Keniaanse Rode Kruis hulp aan Artsen Zonder Grenzen. Onder meer dokter Eline van Kooij en verpleegkundige Juma Wangila maakten deel uit van dat team.
In totaal bestond het uit meer dan 40 mensen, die samenwerkten met het ziekenhuispersoneel en andere internationale vrijwilligers. Een chirurgisch team behandelde de wonden. Het voerde 71 operaties, waaronder 39 huidtransplantaties, uit op 32 patiënten. Zo’n dertig verpleegkundigen verzorgden de patiënten. Een team van consulenten was ter plaatse voor het mentale lijden van patiënten en hun familie.
“Toen wij aankwamen, drie dagen na het ongeluk, waren er 57 patiënten opgenomen. De zwaarst verbrande mensen lagen in een ruimte die normaal leegstond. Omdat er nog geen bedden gevonden waren, lagen ze op grond, zonder medicatie. Er waren maar twee verpleegkundigen voor alle patiënten. De nood aan hulp was enorm,” zegt Eline van Kooij.

Zes uur om een verband te vervangen

De behandeling van patiënten met brandwonden is intensief. De huid beschermd tegen hitte, koude, bacteriën en helpt om de vochtbalans te bewaren. Brandwonden zijn als lekken: ze laten vocht, elektrolyten, eiwitten en lichaamswarmte naar buiten, en laten bacteriën naar binnen.
“Zelfs patiënten die maar voor 10% verbrand zijn – het equivalent van een arm – kunnen sterven aan de complicaties,” aldus Eline van Kooij.
Maar de meeste patiënten in het ziekenhuis van Nakuru waren er erger aan toe. Ze hadden brandwonden die tot 95% van hun lichaam bedekten; het gemiddelde was 39%. Tegelijk waren er veel meer patiënten dan de gespecialiseerde eenheid in een normaal ziekenhuis zou aankunnen.
“Het was heel intens. We werkten de klok rond om de infusen te laten lopen, pijnstillers te geven, verbanden te vervangen en lakens te verversen die doorweekt waren door de lekkende wonden. We probeerden het hen zo comfortabel te maken als mogelijk was in die omstandigheden,” vertelt Juma Wangila.
“Bij sommige patiënten duurde het zes uur om hen te verbinden. Er waren nauwelijks plaatsen op hun lichaam waar we hen konden vastnemen. Zelfs met pijnstillers leden ze erg veel pijn. We moesten heel voorzichtig werken. Vaak hadden patiënten pauzes nodig om het aan te kunnen, en dan nog waren ze nadien uitgeput.”

Emotionele inspanning voor patiënten en personeel

Omdat de allerzwaarst verbrande patiënten in het ziekenhuis van Nakuru werden opgenomen, werd de dood er een regelmatige gast.
“Patiënten zagen vrienden, waar ze de vorige dag nog mee hadden gesproken, naar het mortuarium gebracht worden. Ze wisten dat ze er erg slecht aan toe waren. De situatie was hopeloos voor sommigen,” legt Juma Wangila uit. “We probeerden de pijn zoveel mogelijk te verzachten voor degenen die stierven, en hen een menselijke dood te geven.”
Een team van consulenten en één psycholoog werkte met het medische team om de patiënten en hun familie bij te staan. Ze verleenden ook psychologische steun aan het medisch personeel, dat elke dag met dood en enorm lijden geconfronteerd werd.

In cijfers
Artsen Zonder Grenzen beëindigde haar activiteiten in het provinciaal ziekenhuis van Nakuru op 17 april 2009. Van de 57 patiënten waar de organisatie voor zorgde, werden er 38 uit het ziekenhuis ontslagen. De zorg voor vier anderen werd overgedragen aan het personeel van het ziekenhuis. Vijftien mensen overleefden hun brandwonden niet. Zij kregen palliatieve zorgen.

.