Sociale media

  • NL
Open the menu

De Rohingya vechten voor hun overleven en waardigheid


De Rohingya, een etnische moslimminderheid, lijden al tientallen jaren onder discriminatie. Om daaraan te ontsnappen vluchten ze naar buurland Bangladesh, en verder.

De reis is gevaarlijk en maakt geen einde aan het lijden van de Rohingya, die opsluiting en deportatie riskeren, of een leven in overvolle en ongezonde vluchtelingenkampen. Artsen Zonder Grenzen zag de medische gevolgen voor deze bevolkingsgroep in haar projecten in Myanmar, Bangladesh en Thailand. Wat de organisatie vaststelt, is in tegenspraak met de bewering dat de Roingyaanse vluchtelingen economische migranten en opportunisten zijn: het gaat om een chronische humanitaire crisis.

Ik was opgelucht dat ik de kust levend had gehaald. Op zee zag ik een een andere boot voor mijn ogen zinken, met tachtig mensen aan boord. Ik denk dat ze allemaal gestorven zijn.
Man in Thailand, 2008.

Gesloten opvangcentra

Artsen Zonder Grenzen heeft de voorbije jaren verschillende keren toegang gekregen tot groepen Rohingya die door de Thaise autoriteiten waren opgesloten. “Hun medische toestand spreekt boekdelen over wat ze op zee hebben meegemaakt. We behandelen veel mensen voor uitdroging, huidziektes en kneuzingen. De ernst hangt af van de lengte van hun reis,” legt Richard Veerman, landenverantwoordelijke voor Artsen Zonder Grenzen in Thailand.
“Vorig jaar stelden we vast dat één gesloten opvangcentrum 600 Rohingya vasthield. Velen zaten er al drie maanden en vertoonden symptomen van stress. Sommigen leken aan ernstige psychologische trauma’s te lijden.”
De voorbij twee jaar is het aantal Rohingya in Thailand hoger dan ooit. “Dat is een duidelijk aanwijzing dat er actie ondernomen moet worden, niet alleen om geschikte opvang te voorzien, maar ook om oorzaak van het probleem in Myanmar aan te pakken,” besluit Veerman.

Ik denk niet dat ik ooit nog terugkeer. Het is duidelijk dat het nog altijd heel slecht gaat in Myanmar en hoevel we hier met een minimum aan hulp moeten leven in Bangladesh, leven we tenminste niet in angst.
Man in het kamp Tal, Bangladesh, 2008.

Psychologische problemen

Aan de oostkust van Bangladesh is de voorbije het een komen en gaan van ontelbare Rohingya geweest; een komen van de vluchtelingen uit Myanmar en een gaan van zij die in overbevolkte bootjes de oversteek naar Thailand wagen. Voor wie ter plaatse blijft, kan het leven erg moeilijk zijn.
Artsen Zonder Grenzen begon met medische hulp voor vluchtelingen in Bangladesh in 1998. Nu worden er zo’n 7.500 geholpen, die vechten om te overleven of die zonder hulp in afschuwelijke omstandigheden zouden leven in het geïmproviseerde kamp Tal.
“De overbevolking en ongygiënische omstandhigheden waren een broeihaard van infecties aan de ademhalingswegen en huidziekten. Diarree kwam algemeen voor en veel kinderen waren ondervoed. Daar bovenop kwamen mentale problemen. Het programma van Artsen Zonder Grenzen werd opgestart om mensen te helpen die psychologische problemen hadden ontwikkeld door het leven in het kamp,” vertelt de Gabi Popescu, de medische coördinator van de organisatie in Bangladesh.

Huwelijkslicenties en kinderlicenties

“Doorheen de jaren heb ik verschillende redenen gehoord waarom mensen uit Myanmar gevlucht zijn. Een vrouw vluchtte met haar drie kinderen na de arrestatie van haar man, uit angst voor haar familie. Een koppel vluchtte toen de vrouw enkele maanden zwanger was, uit angst voor de sancties omdat ze zich geen officiële huwelijkslicentie konden permiteren, laat staan een geboortelicentie voor het kind,” gaat Popescu verder.
De Rohingua leven in de noordelijke staat Rahkine en zijn wettelijk verplicht om dure huwelijkslicenties te kopen, in tegenstelling tot de rest van de bevolking in Myanmar. Op kinderen die buiten een officieel huwelijk worden geboren staan hoge boetes en gevangenisstraffen.

Mijn dochter was zwanger. Ze dronk het sap van de wortel en werd ruw gemasseerd door een familielid om de baby te doden. Toen we naar een dokter gingen, kreeg ze toevallen en bloedde ze erg. Ik was bang dat de overheid ons zou dwingen een zware boete te betalen of ons zou arresteren, omdat ze zwanger was maar niet getrouwd. We brachten haar niet naar het ziekenhuis, zoals de dokter ons aanraadde, maar wel naar een genezer uit de buurt. Ze stierf de volgende dag.
Een vrouw in het kamp Tal over een ervaring in de staat Rahkine in Myanmar.

Ondanks de dagelijke moeilijkheden in Bangladesh, overwegen maar weinig Rohingya een terugkeer naar Myanmar. Daarvoor zijn ze te bang: “Mensen zijn bang dat ze gestraft zullen voor worden omdat ze getrouwd zijn zonder toelating, kinderen hebben zonder toelating, gereisd hebben zonder toelating, het land verlaten hebben zonder toelating – om dat ze eender wat deden zonder toelating. Toelating kost geld en dat Rohingya maar weinig, gedeeltelijk door de talloze andere discriminerende maatregelen,” zegt Popescu.

Verhoogde kwetsbaarheid

In de staat Rahkine werkt Artsen Zonder Grenzen nu 16 jaar. Er leven naar schatting één miljoen moslims – die enkel buiten Myanmar Rohingya genoemd worden – en het feit dat ze voor alles toelating nodig hebben, onder meer om hun dorp te verlaten, beperkt hun toegang tot gezondheidszorg, in het bijzonder in noodgevallen, en verhoogt hun kwetsbaarheid.
In 2007, tijdens de laatste voedselinterventie van Artsen Zonder Grenzen, was 90% van de ondervoede kinderen in Rahkine moslim, hoewel ze maar 45% van de getroffen bevolking uitmaakten.
Artsen Zonder Grenzen biedt al jaren medische hulp aan de Rohingya en is getuige van hun lijdensweg, zowel binnen als buiten Myanmar. “Zonder een fundamentele oplossing voor de Rohingya, niet alleen in de landen waar ze asiel zoeken, maar in hun thuisland, kan er geen einde komen aan deze humanitaire crises,” stelt Hans Van De Weerd, algemeen directeur van Artsen Zonder Grenzen in Nederland.