Verzorging knokkelkoorts-epidemie

Artsen Zonder Grenzen verzorgt op dit ogenblik in het noorden van Cambodja tientallen patiënten van een knokkelkoorts- (of dengue-) epidemie. Sinds het begin van het jaar heeft het ministerie van Volksgezondheid 2.028 gevallen geteld, van wie 66 mensen stierven. De meest getroffen provincies zijn Siem Reap, Banteay Meanchey, Pursat en Preah Vihear.

In het ziekenhuis van Thmar Pouk behandelde AZG in mei 114 dengue-gevallen; in juni 134. Ongeveer 3,5% van de zieken sterft. In Sotnicum, waar AZG ook actief is, blijft alles voorlopig rustig, na een kortstondige epidemie in een afgelegen dorp in Svay Leu. In het gezondheidscentrum van Anlong Veng is voorlopig maar één geval geteld, en één vermoedelijke besmetting. AZG houdt zich vooral bezig met het verzorgen van de zieken.
Epidemiologen voorspelden een grote dengue-epidemie in Cambodja tussen april en augustus. De strategie van het ministerie van Volksgezondheid, in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties (WHO) bestaat uit het besproeien van de omgeving en het uitdelen van abate (een poeder dat muskietenlarven in het water bestrijdt).
Alhoewel iedereen de epidemie voorzien had, zijn de plaatsen waar de ziekte opduikt vrij onverwacht. Algemeen wordt aangenomen dat knokkelkoorts een stedelijk probleem is, zoals bij de vorige epidemieën in Cambodja (in 1995 en 1998). Dit jaar lijkt het erop dat een aantal landelijke gebieden meer getroffen is dan de steden. Artsen Zonder Grenzen volgt de situatie van dichtbij op in Thmar Pouk and Sotnikum.
AZG werkt al tien jaar in Cambodja. De organisatie werkt er nauw samen met het ministerie van Volksgezondheid.