Sociale media

  • NL
Open the menu

Congo: “In alle ogen zie je onbeschrijfelijke angst”


Katharine Derderian is net terug uit het district Hoog-Uele in het noordoosten van Congo, waar ze coördinator was voor Artsen Zonder Grenzen in Faradje en Niangara. Ze vertelt over de mensen die er leven en de angst die heerst in de regio waar de rebellen van het Verzetsleger van de Heer (LRA) strijden met het Congolese leger.

"Sinds september 2008 zijn de rebellen van het LRA uit Oegande extreem geweldadig tegen de bevolking van Hoog- en Laag-Uele. In maart verergerde dat nog, toen verschillende landen in de regio een gezamenlijk offensief tegen het LRA begonnen. Vandaag worden gebieden in Congo, Zuid-Soedan en de Centraal-Afrikaanse Republiek getroffen door het geweld. Het geweld tegen burger duurt verder en de onveiligheid maakt het moeilijk voor hulpverleners. Wat zich vandaag in het noordoosten van Congo en Zuid-Soedan afspeelt, is een zware maar vergeten crisis."

Wat gebeurt er met de mensen die op de vlucht slaan voor het geweld?

"Volgens officiële schattingen zijn 250.000 mensen op de vlucht voor het geweld in Congo, en nog eens tienduizenden zijn de grens overgesctoken naar Zuid-Soedan. In Faradje leven 4.000 mensen in drie kampen en in Niangara worden zo’n 10.000 mensen opgevangen door de lokale bevolking. De levensstandaard van de mensen in de regio is erg laag, maar ik zag een enorme solidariteit tussen de lokale bevolking en de vluchtelingen.
Omdat er zo’n weinig ngo’s aanwezig zijn, doen de lokale inwoners wat ze kunnen: ze zorgen voor onderdak, voedsel en kleren, soms voor mensen die een totaal andere taal spreken. Een vrouw vertelde me dat mensen ‘s nachts uit hun dorp waren gevlucht en zich zelfs niet hadden aangekleed, ze hadden gerend voor hun leven. Vluchtelingen wezen ons op de kleren die ze droegen en vertelden dat ze die hadden gekregen toen ze hier aankwamen. Maar omdat alles gedeeld wordt, wordt de situatie steeds moeilijker, zowel voor de vluchtelingen als voor de lokale bevolking. Iedereen deelt alles, ook de armoede."

Kunnen de vluchtelingen naar huis terugkeren?

"Sommigen heb het geprobeerd, maar dat is een erg kleine minderheid. En wat zij dan aantreffen, verhindert hen vaak van de blijven: hun huis is afgebrand, hun bezittingen geplunderd, en het is overal onveilig. De meeste vluchtelingen zijn bang en verblijven in kampen of steden, omdat ze zich veiliger voelen als ze met veel zijn. Als er te weinig voedsel is, proberen sommigen terug te keren naar hun velden, om te kunnen overleven. Maar de oogst van maart-april is duidelijk verloren. De meeste vluchtelingen konden ook niet zaaien voor de volgende oost, die nu zou moeten plaats vinden, door de onveiligheid en de angst."

Voel je die angst als je met hen praat?

"De aanvallen duren al van september 2008. In alle ogen zie je een onbeschrijfelijke angst. 
De angst is zo hardnekkig omdat iedereen op een manier door het geweld geraakt is, ofwel zij zelf, ofwel hun naasten – moord, verkrachting, ontvoering. Het is de angst voor dat geweld, angst voor aanvallen laat ‘s nachts of vroeg ‘s ochtends die je wakker houdt ‘s nachts, angst dat je kinderen ontvoerd zullen worden, angst dat je je huis en je land zal moeten verlaten en dat in een cultuur waar mensen eerst altijd vertellen dat ze boeren zijn of dat alles goed ging zolang ze velden hadden en dus konden eten.
Artsen Zonder Grenzen behandelt malaria, onstekingen van de luchtwegen en soa’s, maar ook gevallen van gastritis en niet-specifieke pijn. Dat wijst op stress."

Wat doet Artsen Zonder Grenzen voor die problemen?

"Naast medische hulp ondersteunen we ook een psychosociaal progeamma. In deze regio heeft bijna iedereen schokkende dingen meegemaakt. In het gezondheidscentrum van Faradje zien we de laatste weken meer en meer kinderen die door het LRA ontvoerd werden als dragers, soldaten of seksslaven. We hrbbrn 108 kinderen verzorgd, jongens en meisjes, tussen 9 en 18 jaar. We geven hen een slaapplaats, ruimte om te spelen en individuele steun van een psycholoog. Ik was blij verrast te zien hoe goed ze herstellen."

Kunnen hulporganisaties deze mensen helpen?

"Door de onveiligheid en het gebrek aan wegen is het voor hulporganisaties heel moeilijk om hier te werken. Om dezelfde redenen reizen wij meestal via de lucht. Vandaag is de hulp van ngo’s absoluut ontroereikend. Daarom blijven we aan hulporganisaties vragen om permanent aanwezig te zijn in Hoog- en Laag-Uele.
De aanwezigheid van Artsen Zonder Grenzen zorgt niet alleen voor medische en humanitaire hulp, maar ook voor een zekere graad van normaliteit. Hier is een anekdote: toen we eerst in Niangara aankwamen, draaide het ziekenhuis zo goed als mogelijk, maar het was in een erbarmelijk toestand, met erg hoog gras rond. Terwijl we volop de medische activiteiten opstartten, begon we ook het gras te maaien. De dagen daarna, en vandaag nog steeds, zien we dat mensen overal het gras maaien. Ik vond dat heel symbolisch."