Sociale media

  • NL
Open the menu

AZG stuurt meer internationaal personeel naar geïsoleerde bevolkingen


AZG stuurt meer dan 25 extra internationale medewerkers naar de provincies Equator, Oriental, Maniema en Katanga in de Democratisch Republiek Congo (DRC). Zij moeten elf nieuwe projecten openen in gezondheidszones nabij de frontlinie. Samen met Congolees personeel zullen zij basisgezondheidszorg en noodhulp verstrekken aan geïsoleerde bevolkingen die het risico lopen op malaria, diarree, infecties van de luchtwegen, seksueel overdraagbare aandoeningen en andere besmettelijke ziekten.

Er is reeds een nieuwe AZG-basis operationeel in de streek van Yahuma in de gezondheidszone Lokutu, Oostelijke Provincie. Eenmaal per maand bezoekt het team geïsoleerde en maatschappelijk gemarginaliseerde mensen in het gebied. "Met de motor door de diepe jungle van de DRC reizen is een fantastische ervaring, maar het confronteert je ook met een trieste en tragische situatie", aldus Frida Lagerholm, AZG-persverantwoordelijke die de regio onlangs bezocht. "De bevolking lijdt duidelijk onder de gevolgen van de oorlog. De toestand van bepaalde mensen is schokkend: het gebrek aan voedsel en medische verzorging blijft ellende en dood zaaien. Vroegere peilingen van AZG in de gezondheidszones toonden aan dat één op drie kinderen sterft voor de leeftijd van vijf. In bepaalde dorpen moeten de inwoners overleven in bijna onmogelijke omstandigheden. We zagen wat hier plaatselijk levende skeletten worden genoemd".
Het neemt voor het AZG-team negen dagen op de motor in beslag om de maandelijkse trip langs de zuidelijke as af te werken. De regio Yahuma in de DRC is begroeid met dicht regenwoud. Er zijn geen grote wegen of waterwegen. Het gebied is zo verlaten dat veel kinderen er nog nooit een blanke persoon gezien hebben. "In de DRC zijn veel hulporganisaties aan het werk. Het probleem is dat ze zich allemaal in de grote steden zoals Goma bevinden. Hier op het terrein, diep in het woud waar de noden het grootst zijn, is AZG de enige medische hulporganisatie", aldus Bérengère Leurquin, terreincoördinator voor het Yahuma-project.
De aanwezigheid van de militairen is een zware last voor de reeds arme bevolking. Zij moeten voedsel afgeven aan het leger en worden tot arbeid gedwongen. "Vorige week liep ik helemaal naar Lokutu om geneesmiddelen en wat andere spullen op te pikken. Ik had ze 200 kilometer gedragen, maar ik moest bijna alles afgeven aan de militaire posten. Toen ik thuiskwam had ik bijna niets meer", zo vertelt Henri Sambo, een plaatselijke verpleegkundige.
Even buiten het dorp Ikela staat een hutje. Het is het huis van de 14-jarige Mono. Zij woont hier sinds ze aan haar lot werd overgelaten door haar familie en de andere dorpsbewoners. Ze heeft epilepsie en de mensen hier denken dat het om een besmettelijke ziekte gaat. Een zieke wordt daarom met minimale hulp achtergelaten door familie en gemeenschap. Tijdens een van haar epilepsieaanvallen sliep Mono dichtbij het vuur en ze liep ernstige brandwonden op in haar gezicht. "Ik woon hier helemaal alleen", zo vertelt ze. "Niemand komt mij bezoeken. Mijn vader zei dat hij niet bang van mij is, maar ik kan niet bij mijn broers en zussen blijven omdat de andere dorpsbewoners de hele familie zouden verbannen omdat iedereen denkt dat ik hen ook ziek kan maken."
Een van de opdrachten van de AZG-teams is de lokale bevolking de gepaste voorlichting te geven. "De gezondheidszorg die wij brengen is levensbelangrijk voor veel mensen in dit gebied," aldus Leurquin. "En hoewel we niet iedereen kunnen behandelen, brengen we tenminste wat hoop in de dorpen. Alleen al het feit dat wij hier zijn en dat ze beseffen dat ze niet vergeten worden, betekent al veel voor deze mensen. Hen zien lachen en op hun tom-toms (trommels) zien spelen als we aankomen, daar slaap ik al beter van. De voldoening deze mensen te kunnen helpen, is al de moeite waard om ze te bereiken."