Sociale media

  • NL
Open the menu

Centraal-Afrikaanse vluchtelingen in Tsjaad en Kameroen: “Koffer en doodskist”


Uit een retrospectief onderzoek van Artsen Zonder Grenzen naar de sterftecijfers onder vluchtelingen in Sido, in het zuiden van Tsjaad, blijkt dat 2.599 familieleden (zo’n 8% van de bevolking) tussen november 2013 en april 2014 omkwamen tijdens vergeldingsacties op moslimminderheden in de Centraal-Afrikaanse Republiek.  91% van de sterfgevallen voor of tijdens de vlucht naar Tsjaad valt toe te schrijven aan geweld. Ook in Kameroen houdt de vluchtelingenstroom aan. De mensen komen er uitgeput, getraumatiseerd en ondervoed aan na een wekenlange zwerftocht.

© Yann Libessart/MSF
© Yann Libessart/MSF

Sinds december 2013 en januari 2014 trokken honderdduizenden mensen naar Tsjaad en Kameroen, op de vlucht voor het blinde geweld dat de Centraal-Afrikaanse Republiek teistert. In december 2013 organiseerde de Tsjadische overheid de evacuatie van de vluchtelingen met militaire konvooien. Duizenden Centraal-Afrikaanse moslims die werden vervolgd, verlieten zo hun thuisland.

Tussen 26 maart en 8 april 2014 voerde Artsen Zonder Grenzen een retrospectief onderzoek naar de sterftecijfers bij 3.449 Centraal-Afrikaanse gezinnen die naar Sido waren gevlucht. Uit het onderzoek blijkt dat daarvan 2.599 mensen omkwamen tussen november 2013 en april 2014.

Artsen Zonder Grenzen publiceert de resultaten van dit onderzoek vandaag in het rapport. “Centraal-Afrikaanse vluchtelingen in Tsjaad en Kameroen: koffer en doodskist” omvat ook enkele getuigenissen en wijst op de omvang van het geweld dat de bevolking in de Centraal-Afrikaanse Republiek of tijdens hun vlucht moet ondergaan.

96 procent van de sterfgevallen (2.110 mensen) dateert van voor de uittocht naar Tsjaad en 78 procent van de sterfgevallen (252 mensen) valt toe te schrijven aan geweld tijdens de uittocht (vuurwapens, snij- of steekwapens, granaatscherven enz.). 33 procent van de gezinnen verloor minstens één gezinslid en maar liefst 28 procent verloor minstens twee gezinsleden. 

De Centraal-Afrikaanse vluchtelingen die vandaag in Kameroen aankomen, zijn uitgeput, ziek en getraumatiseerd. Hun gezondheids- en nutritionele toestand is kritiek. Haast één op de twee kinderen lijdt aan ondervoeding. 

Hoewel op slechts enkele maanden tijd de helft van de moslimbevolking uit het westen van de Centraal-Afrikaanse Republiek het land is ontvlucht, leven nog duizenden lotgenoten in enclaves die door internationale militaire troepen tegen het geweld van gewapende groeperingen worden beschermd. Zij leven echter in erg moeilijke omstandigheden zonder enige hoop op verbetering. 

Wie Kameroen of Tsjaad wil bereiken uit angst voor de anti-Balaka en de ex-Seleka, doet dat vandaag nog steeds op eigen risico, en krijgt nu ook af te rekenen met nog een extra obstakel. De Tsjadische overheid besloot immers om de grenzen te sluiten, ook voor vluchtelingen uit de Centraal-Afrikaanse Republiek. 

Artsen Zonder Grenzen is sinds 1997 aanwezig in de Centraal Afrikaanse Repbliek. Meer dan 2.300 mensen werken er in medisch-chirurgische projecten verspreid over meer dan 15 Centraal-Afrikaanse steden. Artsen Zonder Grenzen is ook actief in de kampen voor Centraal-Afrikaanse vluchtelingen in het zuiden van Tsjaad en het oosten van Kameroen.