Sociale media

  • NL
Open the menu

Toespraak van AZG voor de VN-Veiligheidsraad

Ik ben vereerd dat ik in naam van Artsen Zonder Grenzen kan spreken. Wij zijn blij met het plan van president Obama en hopen dat het onmiddellijk uitgevoerd wordt. We roepen ook alle lidstaten van de Verenigde Naties op om ook hun capaciteit te mobiliseren. Met elke dag die verstrijkt, verspreidt het virus zich verder en verwoest het meer levens.

Ik hoorde voor het eerst over patiënten met ebola in maart. Niet veel later kwam de ziekte naar Monrovia. En toen begonnen mensen dood te gaan.

Mijn nicht, Francila Kollie, en mijn neef, Jounpu Lowea, waren allebei verpleegdkundige en werden allebei besmet op hun werk. Zij kregen verzorging, maar stierven eind juli. Zoveel van mijn goede vrienden, van mijn jaargenoten op de universteit, van mijn collega’s zijn de voorbije maanden gestorven. Omdat ik een medische achtergrond heb, vond ik het mijn verantwoordelijkheid om mijn land te helpen.

Ik ben teamcoördinator in het ebolacentrum van Artsen Zonder Grenzen in Monrovia. Ik heb gewerkt in de triage, patiënten onderzocht voor hun opname; ik werkte in de tent met mensen die mogelijk ebola hebben; ik werkte met patiënten van wie de besmetting vaststond. Omdat er geen behandeling is, geven we ondersteunende verzorging: voedsel, hydratering, en symptoombestrijding. Als de behandeling vroeg genoeg gestart wordt, verbeteren de overlevingskansen sterk.

Ik kan niet aan de zijlijn toekijken hoe mijn volk sterft. Maar mijn collega’s en ik kunnen de strijd tegen ebola niet alleen voeren. U, de internationale gemeenschap, moet ons helpen.

Ik kan niet aan de zijlijn toekijken hoe mijn volk sterft. Maar mijn collega’s en ik kunnen de strijd tegen ebola niet alleen voeren. U, de internationale gemeenschap, moet ons helpen.

Ik zal vertellen over de uitdaging waar we voor staan.

We hebben zoveel patiënten zien sterven. En ze sterven alleen, angstig, en zonder familie of vrienden aan hun zijde. Als medisch personeel moet je daarmee omkunnen. Wanneer ik het centrum binnenga, focus ik me op wat de patiënten nodig hebben. We proberen eerst te zorgen voor de zwaksten, zij die meer hulp nodig hebben bij het eten en drinken, of zij die met iemand moeten kunnen spreken omdat ze zo angstig en getraumatiseerd zijn.

We proberen zoveel mogelijk mensen te behandelen, maar er zijn bijlange niet genoeg ebola-centra en bedden. We moeten mensen weigeren. Ze sterven voor onze poort.

Nu, terwijl ik spreek, zitten er mensen voor de poorten van onze centra, letterlijk smekend voor hun leven. Ze voelen zich, terecht, alleen gelaten, verwaarloosd, genegeerd – achtergelaten om een afschuwelijke, mensonwaardige dood te sterven.

We schieten tekort voor de zieken, omdat er niet genoeg hulp ter plaatse is. En we schieten tekort voor zij die onvermijdelijk ziek zullen worden, omdat we niet goed kunnen zorgen voor de zieken op veilige, beschermde plaatsen, om zo de verspreiding van het virus te voorkomen.

Eerder deze week zat ik mijn lunch te eten buiten het ebola-centrum. Ik zag een jongen naar de poort komen. Een week eerder was zijn vader gestorven. Zijn mond was rood van het bloed. Maar we hadden geen plaats voor hem. Hij draaide zich om weer de stad in de lopen, en ik dacht bij mezelf: die jongen gaat een taxi nemen, hij gaat naar huis, naar zijn familie, en hij gaat hen besmetten.

Tijdens mijn nachtddienst deze week zag ik een patiënt die 12 uur in een ambulance was rondgereden omdat er geen ander ebola-centrum is.

We moeten deze ziekte dringend onder controle krijgen, en we hebben uw hulp nodig. We hebben nood aan zogenaamde ‘contact tracing’, de opvolging van iedereen die in contact is geweest met iemand die met ebola besmet is, of eraan gestorven is. We moeten de bevolking bewust maken van het probleem, omdat er ook nu nog zoveel ontkenning is, ondanks de internationale aandacht.

We hebben meer ebola-centra nodig, zodat elke patiënt een bed kan krijgen, en niet thuis moet blijven waar hij zijn familie zal besmetten. Het medisch personeel moet opgeleid worden, zodat het de centra draaiende kan houden. De gezondheidszorg moet weer opgestart worden, we het moet veilig zijn voor het personeel om er aan de slag te gaan. We hebben zoveel medisch personeel en zoveel ambulanciers als patiënten in onze centra gezien.

Ebola heeft elk onderdeel van ons leven aangetast. Scholen en universiteiten zijn dicht, net zoals openbare diensten. Ik voel dat de toekomst van mijn land op het spel staat.

Stuur dus alstublieft uw helikopters, uw centra, uw bedden, en uw experts. Maar we hebben ook basismateriaal nodig. Er zijn in Monrovia nog steeds huizen zonder zeep, water, en emmers. Zelfs die eenvoudige zaken kunnen het virus helpen indammen.

Ebola heeft elk onderdeel van ons leven aangetast. Scholen en universiteiten zijn dicht, net zoals openbare diensten. Ik voel dat de toekomst van mijn land op het spel staat.

Mijn vrouw werkt in het JFK ziekenhuis hier in Monrovia. We leren onze kinderen hoe ze zichzelf kunnen beschermen, zodat ze zullen overleven. Als kinderen van medisch personeel kunnen zij een voorbeeld zijn voor anderen.

Ik wil ook u vragen een voorbeeld te zijn, als landen die beschikken over de nodige middelen en de expertise om deze catastrofe te stoppen. Wij hebben de capaciteit niet om deze crisis zelf te bezweren. Als de internationale gemeenschap niets doet, zullen we weggevaagd worden. Wij hebben uw hulp nu nodig.

Bedankt.

Toespraak van Jackson K.P. Niamah, uitgesproken op de spoedvergadering van de VN-Veiligheidsraad, op 18 september 2014.